Anatomy of a fall (2023)

Anatomy of a Fall (of anatomie d’une chute) is een film die verdeling zaait. Het draait om een gezin waarbij de man gevonden wordt, alsof hij Poetingewijsvan een balkon is gevallen. Zijn zoon, die bij een ongeval het grootste deel van zijn zicht is kwijt geraakt, vindt hem terwijl zijn vrouw binnen lag te slapen. Even daarvoor had ze nog een interview gedaan met een journaliste in de living. Zij is immers een vrij bekende schrijfster. We horen dan luide muziek vanop zolder, duidelijk om hen te storen, en de journaliste gaat dan maar door omdat opnames van een gesprek niet mogelijk zijn. Heel de tijd zien wij niets van de haar man, we zien hem pas als hij beneden in de sneeuw ligt. De vrouw wordt natuurlijk verdacht, zeker als blijkt dat ze regelmatig ruzie hadden en dat hij ook kampte met zichzelf omdat hij eigenlijk ook een schrijver is zonder gepubliceerd boek en ook omdat hij zichzelf de schuld geeft van het ongeval.

Klinkt toch iets voor een who done it, niet? Wel, de film dompelt zich na een uurtje in de rechtzaak en eigenlijk is de rest van de film de rechtzaak. Ik weet niet of het realistisch is, de manier waarop we deze zaak zien voorzitten , want blijkbaar kunnen ze daar gewoon door elkaar praten. Dat een advocaat een fictief boek van de auteur gebruikt als bewijsmateriaal is helemaal absurd – dit kan toch nooit toegelaten worden. De rechter laat de advocaat echter wat begaan, wat ik zeer onrealistisch vond.

Maar wat echter een saaie praatfilm zou kunnen worden, wordt teniet gedaan door het puike acteerwerk van de hoofdrolspeelster Sandra Hüller (genomineerd voor oscar) en de advocaat van de tegenpartij. Ook door de manier waarop het gefilmd wordt blijft het interessant – zo wordt op een bepaald moment enkel de jongen gefilmd terwijl twee mensen hem ondervragen. Tegelijkertijd viel het dan weer iets te veel op en haalde het mij een beetje uit de film, dus zo zie je maar hoe voorzichtig je met zoiets moet zijn. De zoon doet ook zijn best maar ik vond hem eigenlijk te volwassen overkomen, als je ziet wat voor zinnen hij soms zegt. Hij is nochtans belangrijk want hij zal uiteindelijk bepalen of ze vrijgesproken wordt of niet.

Er wordt in de film afwisselend frans en engels gesproken, en je zou je kunnen afvragen waarom. Het heeft voornamelijk als doel om het ongemakkelijk te maken met de moeder, die niet zo goed is in frans (maar gaandeweg wel beter wordt). Ik snap de bedoeling maar eigenlijk is het niet goed genoeg uitgewerkt.

Het hoogtepunt van de film is een flashback die we in de rechtzaak krijgen te zien, bij het afspelen van een gesprek dat tussen hen plaatsvond in de keuken. Blijkbaar nam de man soms gesprekken op, zonder dat zij het wist, als inspiratiebron voor een boek. De vrouw zegt zelfs dat zij nu denkt dat hij expres een ruzie wou uitlokken want dat het onderwerp van de ruzie absurd was. Dat gesprek, waabij we de man eindelijk te zien krijgen, is heel goed gespeeld en het gaat er heftig aan toe.

Zonder te willen spoilen, was het einde van de film toch wel wat teleurstellend voor mij persoonlijk. Ze laten zoveel twijfel zaaien of ze er wel of niet bij betrokken was, dat je zelf na de uitspraak van de jury denkt dat er nog iets gaat komen waardoor we kunnen zien wat er nu eigenlijk juist gebeurd is. Maar dat is dus niet en toen de eindaftiteling kwam had ik dan ook een “o nee…” . Maar eigenlijk, achteraf gezien, gaat het daar niet om. Het ging eigenlijk vooral over hoe een koppel vervreemd van elkaar kan geraken. Het maakt eigenlijk niet uit of ze nu schuldig was of niet. Een rechtszaak kan ook een fout oordeel vellen – ze zijn God niet. Maar de beelden, die God enkel te zien kreeg, krijgen wij als toch licht teleurstellende kijker niet te zien.

Een laatste woord over de hond, die de Palme’Dog kreeg (de film zelf won ook de Palme d’or). Ik lees hier en daar dat ze die echt zouden hebben laten ondergaan wat we te zien krijgen in de film. Dat geloof ik nooit. Het is wat schockerend maar uiteindelijk zullen ze hem gewoon wat laten inslapen hebben en hem terug doen wakker worden en meer niet. En aan de hond te zien is hij nog volledig ok, hij applaudisseerde lekker mee op de Oscars. (***)

Sandra Voyter: Sometimes a couple is kind of a chaos and everybody is lost. Sometimes we fight together and sometimes we fight alone, and sometimes we fight against each other, that happens.

A shot in the dark (1964)



A shot in the dark is … een Pink Panther film zonder Pink Panther in de titel. Dat is ook logisch want het heeft niets met een diamant te maken, maar wel met een moord.
Ook was dit eigenlijk een film waar Peter Sellers voor getekend had maar waar hij onderuit wou. Het was pas toen ze op het idee kwamen om het personage Clouseau uit “The pink panther” opnieuw te gebruiken, dat Sellers het zag zitten. Ook werd het scenario goed aangepast, zodat het echt een inspector Clouseau film zou worden. Eigelijk was de film gebaseerd op een toneelstuk. De Pink Panther theme ontbreekt wel, al deed Mancini wel de muziek van de film. Maar op dit moment was men er echt nog niet mee bezig om er een franchise van te maken en “The Pink Panther” te laten vereenzelven met het personage Clouseau. Dat begon later, met een derde film, maar toen was Sellers niet meer geinteresseerd, en werd de rol gespeeld door Alan Arkin. Pas veel later, in 1975, zou Sellers terug het personage spelen.
Dit is daardoor wel de eerste film waar het echt om Clouseau draait, waar het eigenlijk in de eerste film om David Niven ging als “The phantom” maar waar Clouseau het zo goed in deed dat Niven eigenlijk niet meer opgemerkt werd voor zijn rol. Hij heeft ook zijn frans accent al wat meer, al komt dat pas echt goed tot uiting in Sellers derde film “Return of the pink panther”. Hij heeft in deze film ook al zijn japanse assistent Cato die hem steeds probeert aan te vallen, wat steeds tot de grappigste scenes in de Panther films mogen gerekend worden. In deze film is dat in bad en in bed met Maria. Ook commissaris Dreyfus heeft hier zijn debuut.
Het plot is eigenlijk bijzaak en alleen maar een excuus om Sellers te laten doen wat hij beste kan : hij is fan van vermommingen (ook in andere films van Sellers) en natuurlijk komt zijn fysieke briljante komisch talent hier echt goed. Het draait om een kronkelig moordmysterie (waarvan de kijker het eigenlijk geen bal kan schelen wie het gedaan heeft), waarbij Clouseau worstelt om te bewijzen dat de hoofdverdachte, de mooie meid Maria onschuldig is. U leest het goed : onschuldig. Clouseau krijgt het steeds lastiger daarmee want er is een toenemende hoeveelheid bewijsmateriaal dat het tegendeel bewijst.
De film is misschien wat gedateerd hier en daar, en misschien iets minder grappig dan het in de jaren zestig zal zijn geweest, maar zoveel beter nog dan de recente films met Steve Martin. De scenes in het nudistenkamp (de gitaar!) mogen toch zeker wel als “classic” beschouwd worden. Ook in het begin, als hij zijn jas in brand steekt, vind ik geweldig. Er zitten vele slapstick scenes in met Sellers die de film zeker de moeite waard maken. Het stuntelen met de biljart-keus is bijvoorbeeld zo leuk omdat het net iets langer duurt dan je verwacht. Ook de spinnende wereldbol doet het nog altijd. Als ik me niet vergis de tweede grap daarmee – in de eerste valt hij omdat hij er op wil leunen en hier zit hij er met zijn hand tussen. Ergens in de buurt van Afrika 😉 ***

Clouseau : Now, Hercule, let us examine these facts. One – she was found with the murder weapon in her hand. Two – the murder weapon was fresh with blood. Three – there were no fingerprints on the murder weapon other than hers, and four – all the members of the Ballon household staff have perfect alibis. Now then, Hercule, what do these facts add up to?
Hercule : Maria Gambrelli killed Georges the gardener.
Clouseau : You are an idiot. Only a fresh-faced novice would come up with a conclusion like that.
Hercule : But the facts…
Clouseau : Listen. Whoever killed Miguel killed Georges the gardener. And he did it to cover up the first crime. Now, what he is trying to do is lay the blame at the foot of this… This poor servant girl.
Hercule : Well, who do you suspect?
Clouseau : I suspect everyone.
Hercule : I suppose that is possible.

Attack the block (2011)

Omdat hij opviel in Attack the Block heeft John Beyuga de rol van Finn in de recentste Star Wars trilogie. Dat, en het feit dat deze film wel echt als goed wordt beschouwd in een genre en verhaal dat even goed straight to video had kunnen zijn, zette het op mijn lijstje om eens te bekijken. Edgar Wright was bovendien ook de producer van Hot Fuzz, een zeer vermakelijke film, waar de regisseur van deze film (Joe Cornish) ook wel wat mee te maken had. En hey, het heeft ook nog Nick Frost als bonus!

Eigenlijk is het een nieuwe Alien film, waarbij de aliens op de Aarde zijn terecht gekomen. Alleen zijn de aliens nu bouviers geworden met lichtgevende uv-tanden. Het klinkt zo stom zoals het er uit ziet, en ik vermoed dat het budget er ook wel iets mee te maken had. Ik vermoed dat er minder CGI aan te pas is gekomen dan wat we normaal in deze soort films zien, en dat er mensen in de bouvier pakken zaten. Maar, het is nog niet zo erg dat het je stoort. Het is zeker geen “godzilla in een pak”. En er wordt dikwijls meer gesuggereerd dan getoond. Eens je aanvaardt hoe die beesten er uit zien als ze wel beter getoond worden (en waarom zouden ze er zo niet kunnen uitzien eigenlijk), dan is wat over blijft echt wel een heel amusante film met goede vertolkingen, en het slaagt er ook in om best grappig te zijn met momenten, zonder dat het horror aspect wordt verloren. Dus ja, er gaan wel wat mensen dood in de film. Is de film geloofwaardig? Niet echt, want de transformatie van Moses van klein diefje naar de held is iets te gemakkelijk. Waar de film het vooral van moet hebben zijn de absurde conversaties tussen de bendeleden die heel natuurlijk en grappig over komen. Ik geef hieronder een voorbeeldje, maar zo zijn er dus wel meer. Het is door die dingen dat ik al het “ongeloof” kon kwijt spelen en me echt heel amusant deze film verder kon kijken. Alle acteerprestaties zijn top maar John Beyuga,  Alex Esmail, Jodie Whittaker en Luke Treadaway zijn echt fantastisch goed in deze film. Enkel Jumayn Hunter vind ik soms wat schatplichtig aan overacting. De manier waarop Jodie Whittaker’s Sam het respect begint te krijgen van Moses en andersom, is goed gedaan.

En ja, het zijn zwarten die hier de hoofdrol hebben. Het is gemakkelijk om naar een film als deze te kijken en je af te vragen … wanneer zullen de volwassen blanke acteurs het overnemen en de zwarten redden? Gelukkig is die tijd toch wel definitief voorbij en is het antwoord gelukkig nooit. Met enorme zekerheid zet de regisseur zijn jonge cast in het middelpunt van de actie. Hij regisseert ze enorm goed en ze belonen hem met vertolkingen van charme en energie die de film dragen. Hij heeft dan ook een debuut gemaakt waar hij trots op mag zijn. Hij schreef ook de film “Ant-Man” voor de Marvel universum, en laat dat nu ook net een van de amusantste films zijn in die gastodont van filmuniversum. En ik heb recent gehoord dat er een Attack the Block 2 komt, van zijn hand terug, so bring it on! (****)

Biggz: Hurry up guys, we gotta catch ‘em all!

Pest: Calm down Biggz, this ain’t Pokémon!

American Flyers (1985)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarom bekeken? Costner

Wat vond filmkijker er van?

American Flyers is de film die Kevin Costner maakte net voor hij bekend werd. Het was dan ook een gelimiteerd in de zalen te zien in de US, en in Europ kwam hij zelfs nauwelijks uit. Ik denk dat er ook op deze moment geen dvd van uit is in onze regio 2; je moet het doen met een region 1 met engelse ondertiteling.
Costner deed na deze film mee in The Untouchables en pas toen ging zijn carriere echt van starT.
Het is een sportfilm, een cultfilm onder de profwielrenners naar het schijnt, geregisseerd door John Badham, die vooral bekend is van Saturday Night Fever, maar ook de regisseur is van een van mijn favoriete films The Hard Way. Costner houdt van sportfilms (kijk zijn cv maar eens na), maar dit is zijn eerste. Het is ook de eerste en volgens mij ook de enige waarin hij een snor heeft. Ze moesten het doen denk ik om hem ouder/wijzer te laten overkomen dan zijn broer, voortreffelijk gespeeld door David Grant. Ondanks andere flut-sportfilms van de jaren 80 moet ik toch zeggen dat deze best te bekijken valt. De muziek is echt zeer jaren 80 en zeer synthy met wat muzieksongs er bij die niet zouden misstaan hebben in Top Gun of een van de brat pack films. Als je je daar even over zet, is er voor de rest weinig kritiek op te geven. De koers, één keer in gang geschoten door Eddy Merx himself, wordt goed in beeld gebracht, en de twee hoofdrolspelers komen overtuigend over als wielrenners. Ook de bijrollen, zoals de moeder en Becky, zijn net goed genoeg gespeeld om niet te acterend over te komen, maar zo was dat dikwijls in de films van die tijd. Enkel de zwarte coach en zijn zoon zijn misschien iets te veel getypecast in mijn ogen. Al bij al is het allemaal redelijk realistisch en bijwijlen best spannend; enkel als de twee rijders aan de top mekaar proberen van de berg te rijden door te duwen, was het misschien iets te kolderachtig want dat zouden ze natuurlijk ten eerste nooit doen (het is echt een afgrond) en ten tweede zouden ze direct gediskwalificeerd zijn met al die camera’s er op.
Het gaat hier echter niet alleen over fietsen. Als B verhaal komen we te weten dat er in de Sommers familie een hersenkwaal zit waaraan je plots kan sterven. Als Costner zijn broer stiekem in de gym test weten we het resultaat niet. Meer ga ik er niet van vertellen, maar er zit een twist in het verhaal die je wel een beetje ziet aankomen maar toch goed bedacht is. De familiescenes zijn meestal goed geacteerd en vooral de relatie tussen Costner en zijn vriendin komt heel natuurlijk over. Ik vind echter dat David Grant en Costner ook wel een zekere chemie hebben en je gelooft direct dat het broers zijn. Becky, de vriendin die onderweg meegenomen wordt, komt ook heel naturel over (al is ze misschien iets te “beschikbaar”, zijn er zo’n vrouwen?). Jeniffer Grey (Dirty Dancing) komt ook heel even voor in de film, maar eerlijk gezegd bakt ze er niet veel van en doet ze aan overacting. Alle begin is moeilijk zeker…
Een paar zaken zijn niet zo helder in de film. We komen niet te weten wat de moeder juist misdaan heeft toen hun vader stierf, en als Costner een bloeding krijgt tijdens de race, wordt hij niet naar een ziekenhuis gebracht, maar blijft hij gewoon in het hotel. Hij fietst wel niet meer de race daarna, maar mij lijkt toch dat je met zo’n iemand naar de dokter moet. Dit was toch geen gewone bloedneus?
Op het einde, bij de finish, is er een familiereunie en komt alles weer goed. De film loopt net iets te snel af naar mijn zin, er zouden nog enkele woorden moeten gesproken worden tussen de moeder en haar zonen maar het blijft bij een omhelsing. Toch, al bij al, een film waard om te kijken : de races, al weten we wel hoe het zal uitdraaien, zijn echt goed in beeld gebracht en toch wel spannend bij momenten, maar ook de goede dialogen die meestal wel natuurlijk over komen. En hoeveel films over wielrennen zal je zien in je leven? (***)

Jerome: You sounded half-human.
Muzzin: I am half-human.

Annihilation (2018)

ANNIHILATION-movie-poster-snippet-990x557

Wat vond filmkijker er van?

Annihilation is zeker en vast voor iedereen bestemd. Dit is vrij pure science fiction. Minder zwaar dan 2001: A Space Odyssey (waar vooral het einde toch wel voor die hard fans bestemd is), maar toch wel te vergelijken met “Arrival”.. misschien iets tussenin. De film werd al gemaakt in 2016 maar kwam in 2018 uit in zeer beperkte zalen in de US en voor de rest van de wereld enkel op Netflix. De regisseur vond het jammer omdat het voor het grote scherm gemaakt was. Maar langs de andere kant werd de film toch behouden zoals hij was, want hij kreeg niet zo’n goed ontvangst in de test-screenings. Wat ik snwap, want vooral het laatste kwartier is toch wel een beetje “maak er maar zelf iets van”. De reacties waren “te intellegent” of “te ingewikkeld”. De film is niet duidelijk in at wer nu juist gebeurd is, en dat kan sommige mensen inderdaad frustreren. Ik hou hier wel van – als de film gedaan is blijf je er toch nog een tijdje mee bezig en maak je voor jezelf een logica. Ik wil gerust mijn logica hier even uitschrijven … een beetje verderop.
*** Spoiler warning dus!***
Het is duidelijk dat Natalie Portman’s karakter (Lena) niet meer de Lena is van in het begin van de film. In mijn ogen is ze een copie van de Lena die in de vuurtoren binnenstapte. Daar zag ze een wezen dat op haar leek, maar nog niet volledig gevormd was. Dat wezen deed haar steeds na en liet ze niet meer weggaan. Op een bepaald moment wordt Lena bewusteloos geslagen. Op dat moment is er een tijdgat – pas later wordt ze terug wakker. In principe kan het wezen nu al Lena zijn. Als het wezen een bom krijgt, wordt alles vernietigd. Dat lijkt raar maar eigenlijk is het doel van de aliens volgens mij bereikt : ze hebben een man en een vrouw gemaakt die in onze wereld kan overleven.
En die komen dan ook nog eens bijeen samen… Het enige waar ik niet zo bij kan is dat haar man/vriend in het ziekenhuis lag, stervende, en dat hij plots beter is als alles vernietigd wordt. *** Hier eindigt de spoiler waarschuwing. ***
Annihilation is zeker een mooie film om naar te kijken, met veel aandacht voor de special effects. Ze spelen echter geen hoofdrol, ze helpen en versterken het gevoel van ongemak in de Shimmer. Je bent je heel bewust dat er iets mis us, en dat elk moment dodelijk kan zijn. Niet voor alles krijg je een antwoord, en als je eerlijk bent, stel dat het echt zo zou gebeuren, dan zou dat ook zo zijn dat niet alles verklaard wordt, en daarom voel je nog meer mee met het team van vrouwen dat in de Shimmer gestuurd wordt. Het maakt de film sterk want je weet dat je het waarschijnlijk niet verklaard gaat krijgen en dat alles kan gebeuren.
De film is ook sterk gespeeld. Portman en Jeniffer Jason Leigh komen er bovenuit. De scene met de beer is heel sterk (en ook vrij gruwelijk), en in totaal contrast met dat, zijn de flashback scenes tussen Oscar isaac en Portman verrassend sexy, zachtaardig en realistisch. Leigh is perfecte casting als de leider die nooit volledig in haar kaarten laat kijken. Het is jammer dat we haar niet meer op het scherm zien. Verder moet je toch ook wel weten dat de film sterk ook naar horror overleunt met momenten, zeker met de gemuteerde dieren in de Shimmer, maar ook met de filmpjes die ze vinden van het vorige team dat er geweest is.
Ik heb er weinig minpunten over te zeggen; misschien enkel dat het team van 5 vrouwen wat te veel deed denken aan de Ghostbusters reboot met vrouwen, zeker wat hun uitrusting betreft. Voor de rest is dit een film zoals er weinig zijn, en voor de liefhebbers van dit genre zeker een must. Ik had de film wel in de zaal willen zien, dan was het effect nog beter geweest denk ik. (****)

Lena: You’re not Kane, are you?
Kane: No. I don’t think so.

 

Anchors Aweigh (1945)

 

Een nog zeer jonge Frank Sinatra mocht in zijn eerste grote rol naast de toen al beroemde Gene Kelly tweede viool spelen in een film die me vooral bij gebleven was uit mijn kindertijd dankzij de dans met Jerry de muis in “the worry song”. En terwijl het zeker nog altijd een hoogtepunt is in de film, zijn er nog meerdere andere. Zo vind ik het samenspel tussen Kelly en Sinatra heel goed. Ondanks dat er gezegd werd dat er wat onenigheid was omdat Kelly alles naar zich toe trok, is daar niets van te zien op het scherm en naar het schijnt ook onzin. Het is normaal dat Kelly de leider is van de twee, in die tijd toch. Bovendien hebben ze samen nog twee films gemaakt, en hebben ze op al vrij oude leeftijd zelfs samen nog gedanst voor een tv show. Ze zijn zeer goed op elkaar ingespeeld, waarbij Sinatra natuurlijk de betere zanger is en Kelly de betere danser. Toch doet Sinatra het heel goed in het dansnummer “he begged me” met het springen op de bedden. Het duurde wel drie weken voordat hij het onder de knie had, een tijd waarin hij naar eigen zeggen een hele andere film had kunnen opnemen. Zijn zangkwaliteiten kan hij echt wel laten zien in “I fall in love too early” en het slaapliedje dat hij zingt voor de zoon van Suzy.
Kelly tapdanst dan weer de pan uit met Jerry de muis maar ook in een dans met een mexicaans meisje, en meer naar het einde toe in een tango. Ook de samenzang in “Suzy” op de piana was best grappig en deed me zelf denken aan Singin’ in the rain waarbij O’Connor de collega was van Kelly.
Het verhaal zelf stelt misschien niet veel voor, maar men doet toch wel een poging, nog meer dan in New York New York, vind ik. Twee matrozen krijgen verlof en terwijl de ene bij zijn liefje probeert te geraken, helpt hij de andere om hem te binden met Suzy, terwijl hij er eigenlijk zelf op verliefd geraakt. Om in de gratie te komen beloven ze haar een auditie bij José Iturbi (een pianist en dirigent die in deze film zichzelf speelt). Ze doen alsof ze hem kennen maar dat is natuurlijk niet het geval, waardoor ze dit toch voor elkaar proberen te krijgen. Op zich heeft de film een goed begin, midden en einde maar toch is de speelduur (2u20) iets te lang. Langs de andere kant leren we de personages eigenlijk vrij goed kennen en is het niet liedje na liedje. Er wordt echt wel iets gedaan met de gevoelens en er is duidelijk ook een evolutie, wat het meer maakt dan een leuke film waarin gedanst wordt. Het is, en dat is misschien verrassend, minder grappig dan Singin’ in the rain. Maar wat ik bij die film dan weer niet had, was dat ik bepaalde passages toch wel als een pauze zag (de piano of orkestscenes met José Iturbi) die helemaal niets bijdraagden tot de film in mijn ogen.
Het enige waar ik mij echt wel in stoorde waren de liedjes van Kathryn Grayson, en dan meerbepaald de liedjes die ze zingt. Nee, eigenlijk niet de liedjes, maar de stem. Het zal in die tijd misschien “in” geweest zijn, maar nu vond ik het met momenten afgrijselijk. Als actrice had ik er dan weer niets op aan te merken, en het doet niets af aan het geheel van de film :ik heb me heel erg geamuseerd met Kelly en Sinatra. Ze zijn voor mij toch wel twee helden van het witte doek van de films uit die tijd. Zo’n films maken ze niet meer! (****)

Clarence Doolittle: You saved my life, so you owe me something. 
Joseph Brady: Oh, it was I who saved your life, so now I owe *you* something! Hey look, have you gone crazy? 
Clarence Doolittle: Look, I didn’t ask you to save my life, but you did. So now I feel you are responsible for me. 
Joseph Brady: Well I don’t! 
Clarence Doolittle: Well, what’s the good of having a life saved when you can’t have any fun with it? 

 

Allegiant (2016)

img_0541
Waarom bekeken?  
Ik heb ook de vorige delen (Divergent, Insurgent) gezien en Shailene Woodley is altijd mooi om naar te kijken.

Wat vond filmkijker er van?
Shailene Woodley is iemand die ik in het oog ben blijven houden sinds haar onderwater-ween scene in The Descendants. Ik zag ze vervolgens in Divergent, en ook daar was ze een van de beste dingen die je over die film kan zeggen (zie review). Vervolgens zag ik Insurgent, waar ik geen review over poste, maar waarvan ik nu in het kort kan zeggen dat het minder goed was dan de opener en dat vooral Kate Winslet daar een goede beurt maakte. Nu zijn we aan het derde deel en jammer genoeg is het weer een stap naar beneden. Niet direct verbonden aan het verdwijnen van Kate’s karakter, we krijgen een volwaardige vervanger in de plaats. Jeff Daniels laat zien aan de rest van de cast wat acteren is. Ik kan nog altijd geen echt slecht woord zeggen over Shailene Woodley, maar eigenlijk wordt ze wat naar de achtergrond geduwd door Four (Theo James) die eigenlijk echt ontdekt hoe de vork in de steel zit. Verder zie ik Miles Teller goed bezig zijn als “smeerlapke” – hij heeft er duidelijk zin in en neemt het ook allemaal niet te serieus. Want een beetje humor zou in de film eigenlijk wonderen doen. Van andere personages vraag ik me af waarom ze eigenlijk nog meedoen. Er zijn bijna geen scenes met Christina (Zoë Kravitz). Als ze op een bepaald moment een gesprek wil aanknopen met Tris in een zeldzaam prive moment, worden ze zelf onderbroken na een paar zinnen.
Verder is de plot soms tranen met tuiten wenen. Ze hadden nu de kans om achter de muur met iets totaal nieuw op de proppen te komen, maar nee hoor. De poorten gaan direct al toe (daardoor is Naomi Watts een flauw afkooksel van Kate Winslet), maar dat houdt natuurlijk Tris en co niet tegen. Daardoor hebben we eigenlijk in het eerste gedeelte een reset (the king is dead, long live the king) en moeten ze – geeuw – weer de stad en hun vijanden zien te ontkomen. Enfin, uiteindelijk geraken ze dan toch over de muur en vinden ze een moderne stad (die iedereen fantastisch mooi vindt maar waar ik eerlijk gezegd niets aan vond, hoe dikwijls de karakters ook wauw roepen) die feitelijk bestuurd wordt door een andere moderne stad waar Tris met Jeff Daniels uiteindelijk naartoe vliegt en waar we eigenlijk nauwelijks een verschil in zien van de stad waaruit ze vertrekken. Het slaagt helemaal nergens op en had volledig geschrapt kunnen worden… om misschien iets meer aan karakterontwikkeling te doen. Want laat ons duidelijk zijn dat er geen enkel karakter is dat nog een evolutie doormaakt – zoals ze waren op het einde van Divergent, zo zijn ze nog steeds op het einde van Allegiant. Dat mag, maar dan zien we eigenlijk meer Suske en Wiske dan Trish en Four. De relatie tussen hen beide dan, maakt dat geen verdere ontwikkeling? Ik veronderstel van wel, maar dit interesseert me nog het minst in heel dit verhaal omdat het zo duidelijk voor een ander (en jonger) publiek gestoeld is. Vijftienjarigen zullen dit allemaal wel fantastisch vinden als ze voor de zoveelste keer in een innige omhelzing te bewonderen zijn. Get on with the story, denk ik op zo’n moment!
De ontknoping met het gas vond ik ook slecht uitgewerkt. Blijkbaar is het zwaarder dan zuurstof want het blijft allemaal rond de grond hangen. Belachelijk ook dat uiteindelijk niemand er door bevangen geraakt tijdens het massale lozen van het gas, en hoe ze al direct terug naar buiten gaan nadat een of andere computer “safe” zit te roepen. Het lozen van het gas is echt een van het meest lachwekkende momenten in de Divergent serie.
De special effects laten ook wat te wensen over. Dikwijls heb ik het gevoel dat het er niet echt uit ziet, maar kan niet direct specifiek de hand leggen waarom. Misschien komt het ook omdat er veel met green screen moest gewerkt worden, en dat sommige scenes daarom houterig over komen. De look van de film, de cinematografie, is totaal ongeïnspireerd.
Is er niets goed te zeggen over de film? Ach ja, er zijn wel een paar goede actiescenes (maar niets verrassend, zelfs minder goed dan in de vorige delen). En het gaat vooruit – je hebt niet de indruk dat er iets moest gerokken worden omdat het laatste boek in twee delen wordt verfilmd – wat met Harry Potter wel het geval was.
Maar het gebrek aan karakterontwikkeling, het gebrek aan inspiratie, en het feit dat alles zo serieus wordt genomen, doet deze film de das om. Hopelijk wordt het laatste deel terug iets beter, want dit was toch wel echt huilen met de pet op. Jammer voor Shailene Woodley – gelukkig vangt ze miskleunen als dit op door ook nog in andere en betere films mee te spelen.
En aub een andere regisseur voor het laatste deel Ascendant! Dit lijkt gelukkig uit te komen : Robert Schwentke wordt vervangen door Lee Toland Krieger, bekend van … euh… The age of Adaline! Dat komt dus allemaal terug dik in orde 🙂 (*)

Normaal volgt er nu een quote uit de film, maar er is er geen echt waardig om te herhalen…

 

All is lost (2013)

all-is-lost-poster2

Waarom bekeken? Deze film kreeg heel goede kritieken en ze zeggen zelfs dat Robert Redford minstens een oscarnominatie had moeten krijgen.

Korte inhoud : Een zeiler botst met zijn schip tegen een container die in zee drijft. Dit kan hij nog repareren, maar dan heeft hij de ene tegenslag na de andere…

Wat vond de filmkijker er van?
Deze film is een zeer aparte ervaring! Toen ik een tijd geleden Gravity zag, had ik het gevoel dat ik voor de eerste keer in mijn leven echt in de ruimte had gezeten, of toch in elk geval zodanig dat je een eerste begrip kan hebben van hoe het moet zijn om zich in de ruimte te begeven. All is Lost doet ongeveer hetzelfde met de eenzaamheid op zee en hoe je alleen nog maar op jezelf bent toegewezen als de technologie, je geluk en de weersomstandigheden je in de steek laten. De film verschilt nog met Gravity dat er in deze film nauwelijks in gesproken wordt. Robert Redford heeft geen bal om tegen te spreken zoals Tom Hanks in Castaway.
Kortgezegd zien we een man (wiens naam we nooit te weten komen) wiens boot botst tegen een container die van een schip gevallen is. Hij kan zijn schip repareren maar alles van zijn kajuit is zo nat geworden dat hij geen gps of communicatie meer heeft. Als je de film nog niet gezien hebt, stel ik voor dat je nu naar de volgende alinea springt. Je ,moet deze film namelijk echt zonder voorkennis bekijken of je hebt er niet veel meer aan. Men weze dus gewaarschuwd! Als hij dan ook nog een zware storm slecht trotseert, moet hij uiteindelijk zijn schip verlaten en in een rubber bootje overstappen. Via oude technologieën en de stand van de zon ziet hij dat hij in een vaarzone komt van grote schepen. Enkele van die schepen passeren hem van dichtbij maar ze merken hem niet op, ook al schiet hij vuurpijlen af.  Op het einde ziet hij een lichtje in de verte en uit pure wanhoop steekt hij zijn eigen rubberen boot in brand. Ook dit trekt blijkbaar niet de nodige aandacht en hij besluit om zichzelf te verdrinken aangezien zijn bootje er toch aan is. Terwijl hij zinkt ziet hij echter dat er een bootje naar zijn rubberen bootje komt en zwemt hij terug naar boven. De film eindigt met een uitgestoken hand die hem uit het water trekt. Je zou dus kunnen denken dat hij het overleeft, maar je zou het ook kunnen interpreteren als de hand van god die hem de hand reikt om naar de hemel te gaan. Deze dubbele interpretatie is dan ook een zeer passend einde van de film.
Wat een tour de force dit is van Robert Redford, toen 77 jaar oud ! Hij laat zien wat het is om te acteren zonder dat je het gevoel hebt dat hij acteert ! Het zou goed Robert Redford zelf kunnen zijn als personage. Het is heerlijk om samen met hem mee te denken naar oplossingen. Ik betrapte me er op dat ik met mijn vrouw tijdens de film besprak wat hij nu zou moeten doen. Meestal praat je niet veel tijdens een film, maar deze film, waar nauwelijks in gesproken wordt, laat dit toe. Soms zie je hem iets doen waarbij je niet weet waarom hij dat juist doet, tot er een aha moment is. Heerlijk om dat te beleven. Het enige dat ik nog altijd niet begrijp is waarom hij in die mast klom om een of ander kabeltje terug in  te steken. Dat is me nog wat onduidelijk.
De zeiler moet de een na de andere tegenslag verwerken. Soms denk je wel eens “komaan, hoe lang moet dit nog zo doorgaan voor hij het opgeeft?”  Het knappe is dat de wanhoop wel degelijk soms in zijn ogen te lezen staat terwijl hij weer een oplossing zoekt voor het volgend probleem. Slechts 1x zien we hem echt brullen van miserie. Volgens sommigen is dat te weinig, maar naarmate de film vordert zie je hem stillekesaan wel degelijk de moed verliezen. Er zijn meerdere shots van hem waarbij hij gewoon in de rubberen boot ligt te wachten … om te sterven of te overleven. Tot er weer iets gebeurt of hij even terug moed krijgt en zijn positie weer probeert te bepalen.
De film zal waarschijnlijk niet voor iedereen bestemd en sommigen zullen hem te lang of te saai vinden. Ik las ook de kritiek dat het hier over 8 dagen op zee gaat, maar dat Robert Redford geen baard krijgt. Dat is flauwekul want we zien hem wel één keer scheren en het is dus helemaal niet nodig om dit meerdere malen te laten zien. Wat wel terecht is, is het feit of je na zoveel dagen het nog de moeite vindt om je te scheren…
Ik vond het in elk geval een geweldige filmervaring die me geen moment verveelde. Je voelt echt mee met het hoofdpersonage die zoveel tegenslag heeft. Niet te bekijken als je je een beetje down voelt! Ik ben heel blij dat ik dankzij deze film meer begrijp hoe het is om alleen op zee te zijn, en ook blij om te zien dat Robert Redford nog niets van zijn kwaliteiten heeft verloren en laat zien wat voor knappe acteur hij nog altijd is ! Zijn acteerprestatie laat je zeker niet onberoerd ! (*****)

13th of July, 4:50 pm. I’m sorry. I know that means little at this point, but I am. I tried, I think you would all agree that I tried. To be true, to be strong, to be kind, to love, to be right. But I wasn’t. And I know you knew this. In each of your ways. And I am sorry. All is lost here, except for soul and body, that is, what’s left of them, and a half day’s ration. It’s inexcusable really, I know that now. How it could have taken this long to admit that I’m not sure, but it did. I fought till the end. I’m not sure what that is worth, but know that I did. I have always hoped for more for you all. I will miss you. I’m sorry.

 

An American in Paris (1951)

an-american-in-paris

Waarom bekeken? Oscar beste film!

Korte inhoud ?  De voormalige soldaat Jerry Mulligan, een veteraan uit WO II, probeert een carrière als kunstschilder op te bouwen in Parijs. Hij geraakt verliefd raakt op de jonge Française Lise Bouvier.

Wat vond filmkijker er van?

Singin’ in the rain staat heel hoog in mijn lijstje van favoriete films. Het wordt ook beschouwd als een van de beste MGM musicals uit die periode, maar toch kreeg deze film geen enkele oscar. Daar was maar 1 reden voor: het jaar voordien had An American in Paris 6 oscars gewonnen, waaronder beste film. Twee jaar na elkaar een musical
oscars toekennen was blijkbaar not done. Maar het moet ook gezegd worden dat Singin’ in the rain in eerste instantie niet zo’n kassucces was, dat kwam pas later. Maar Singin’ in the rain staat wel in de imdb top 250 op de 91ste plaats, en deze film komt er zelfs niet in voor.
Het verhaal van An American in Paris wordt al voor de helft verteld in de titel. De andere helft is het oudste verhaal in de wereld : Jerry (Gene Kelly) wordt verliefd op Lise (Leslie Caron), maar dit is zonder dat hij dat weet de verloofde van Henri Baurel (Georges Guetary). Kiest Leslie voor Henri of voor Jerry?
Er is natuurlijk een pak minder te vertellen dan in Singin’ in the rain. Er zit dan ook veel muziek in de film, allemaal aan de hand van George Gershwin. De titeltune is zeker catchy (en dateert al van 1928, Gershwin stierf immers in 1937), en ook ’s Wonderful en natuurlijk I got rythm zijn leuk om te horen. Maar ze vallen toch magerder
uit vind ik dan de liedjes uit Singin’ in the rain. Liedjes als “all I do is dream of you”, “Make ‘em laugh”, “Good morning” of “Moses supposes” catchier dan de meeste liedjes hier. I got rhytm (Gene met de kinderen) en Dance in the mirror, waarin Caron verschillende gemoedstoestanden in verschillende dansen toont in steeds verschillende kledij, zijn de beste uit de film. Die laatste geraakte bijna niet door de censuur; zelfs nu viel de dans met de stoel en opengesperde benen me op – het liet weinig aan de verbeelding over. Overiges, was dit een een scene die Gene Kelly zelf alleen regisseerde, maar kreeg er geen credit voor. Dit zou voor Singin’ in the Rain wel het geval zijn.
Misschien komt het ook omdat Singin’ in the rain meer een komedie is, terwijl dit een romantisch verhaaltje is. De songs hebben ook iets minder met het verhaal te maken en er zitten zelfs twee liedjes in die echt helemaal los staan van de rest (Adam’s  pianoconcert en Henri’s optreden op de trap). Ik moet ook toegeven dat ik meer een fan ben van tapdansen  dan van modern dansballet, en het is dat laatste dat meer de overhand haalt in deze film. I got rhytm en Tra-La-la bevat wat tapdans, en bevallen me daarom het beste. Maar ik moet toegeven dat de laatste 16 minuten ballet van de film indrukwekkend zijn . Dat moet voor die tijd nog nooit gezien zijn, en zal nu, 65 jaar later, niet meer de impact geven dat het toen had. Toch is het duidelijk dat deze lange dansscene de oscar naar zich toe heeft gehaald: Kelly’s dansen en de prachtige choreografie, de knappe
sets, de prachtige schilderijen op de achtergrond, de opzwepende muziek… Er wordt in de laatste twintig minuten niet meer gesproken in de film, en misschien is het einde na de balletfinale wel heel cliche en wat ongeloofwaardig, toch is het effectief.
Gene Kelly is minstens even goed als in Singin’. Hij laat hier meer van zijn danskunsten zien en ik was dan ook verrast om hem een andere stijl te zien dansen. Hoe hij in het begin van de film zijn kleine kamer omtovert van slaapkamer naar woonkamer, in volgens mij 1 take, zal veel repeteren nodig gehad hebben.
Lesie Caron danst prachtig vloeiend samen met Gene, maar kan niet overtuigen als schoonheid waarop Gene als bij
donderslag verlief wordt. Geef mij maar Debbie Reynolds, maar zij danste dan wel weer iets minder goed. Oscar Levant als pianist Adam Cook komt me nogal saai over, maar in de scene in het cafe waar hij als enige van de drie door heeft dat de ene met de verloofde van de andere is aan het aanpappen, doet hij het zenuwachtig spelen wonderljk goed. Nina Foch overtuigt ook als Milo, alleen jammer dat haar verhaal totaal niet afgesloten wordt.   Er is een scene op de montagevloer blijven liggen die na de lange balletscene moest komen, tussen de pianist en Milo.
Eindvraag is : is dit een oscar beste film waard? Moest A Streetcar named desire niet winnen? Ik vind dit een moeilijke keuze. Het zijn qua genre compleet verschillende films, zeker omdat een van de twee een musical is. Voor mij persoonlijk had deze gepasseerd mogen worden om het jaar daarna Singin’ in the rain die eer te geven. Ik blijf
er bij dat het op alle vlakke een superieure film is, maar dat kom men het jaar voordien natuurlijk niet weten. An American in Paris bezwijkt een beetje door het zwakke verhaal, maar het blijft zeker technisch gezien een prachtige musical met een Gene Kelly in topform. En het was het succes van deze film dat Singin’ in the rain
mogelijk maakte. Ik zie dit dan ook als een aangenaam opwarmertje. (***)

Jerry Mulligan: What gets me is, I don’t know anything about her. We manage to be together for a few moments and then off she goes. Sometimes we have a wonderful time together and other times it’s no fun at all. But I got to be with her.

&nbsp

The apartment (1960)

The Apartment US Half Sheet Linen-backed

Waarom bekeken? Oscar beste film 1960

Korte inhoud ? Bud Baxter leent zijn appartement uit aan zijn bazen op het werk in de hoop dat hij daardoor promotie krijgt.

Wat vond filmkijker er van?
The apartment wordt beschouwd als een van de laatste grote en meer realistische films van Billy Wilder. En alhoewel de film uiteindelijk 5 oscars kreeg waaronder BESTE FILM van 1960, is hij onterecht toch wel wat in de vergetelheid geraakt. Volledig onterecht!
Al van in het begin merk je de frisse stijl die de film uitstraalt. Ok, het begint met een voiceover, wat tegenwoordig al wenkbrauwen doet fronsen, maar de manier waarop Jack Lemmon de toon inzet maakt veel goed. Hij had gerust een oscar mogen krijgen voor zijn rol als Baxter, maar geen van de genomineerde akteerprestaties (dus ook niet van Shirley MacLaine of van de dokter) werd verzilverd.

Er wordt wel eens geopperd dat Jack Lemmon aan overacting deed (en ook Wilder moest zijn acteur soms wat intomen naar het schijnt). Er is wel iets voor te zeggen, maar in welke komedie met bijvoorbeeld Jim Carrey) gebeurt er wel eens geen overacting? Ik vind het best nog meevallen. Veel belangrijker vind ik dat je toch wel kompassie krijgt met Baxter. En in de meer serieuze gedeelten van de film – wanneer het leven van Kubelik in gevaar is door een overdosis aan slaappillen – zet Lemmon duidelijk de knop om, zonder dat het stoort of dat het overkomt dat je naar een ander personage aan het kijken bent. Dat op zich vind ik al een ongelooflijke prestatie. Ook Shirley Maclaine (toch niet echt een van mijn favoriete actrices normaal gezien) verovert met haar onschuldig schattig gezichtje volledig mijn hart in deze film. Wat natuurlijk de film alleen maar ten goede komt – een beetje verliefdheid op een personage en het feit dat de camera haar heel goed in beeld brengt, maakt de tragedie des te groter als het minder goed met haar gaat.  Fred MacMurray – in wat gezegd wordt zijn laatste rol waar hij echt nog moest acteren – was een onwaarschijnlijke keuze van Wilder. Hij was vooral bekend in de jaren 40 en 50 en alhoewel hij een van de meest miskende acteurs was van zijn generatie, kende het publiek hem de laatste tijd toch enkel van Disney kinderfilms. MacMurray besefte blijkbaar dat hier eindelijk nog eens een uitdaging lag voor hem, en haalt het onderste uit de kan. Maar ook de rest van de cast is bijzonder goed, zoals de dokter-buurman die ook een oscarnominatie in de wacht sleepte.
Billy Wilder slaagt er in om een romantische komedie te maken zonder terug te vallen op sentimentaliteit, maar wel door elementen die voor die tijd toch wel heel gewaagd moeten zijn om te verfilmen. Zo gaat het hier heel duidelijk over overspel – al valt het woord seks nooit en zien we ook niets dat die richting uitwijst dat er met elkaar naar bed wordt gegaan. Wilder heeft dan ook vele jaren moeten wachten voor hij het scenario mocht verfilmen, voor de tijd rijp was als het ware. Maar ook elementen zoals carrierelust (wat Baxter uiteindelijk drijft om zijn appartement uit te lenen), en zelfs pogingen tot zelfmoord (zonder het in het absurde te trekken) zijn toch wel heel ongewoon voor een komedie. Ik denk dan ook dat de manier waarop Wilder die onderwerpen toonbaar kon maken in een komedie gemaakt heeft dat de oscar beste film uitgereikt werd. Komedies worden immers zelden bekroond met een oscar. Probeer maar eens 5 komedies op te noemen die een oscar gekregen hebben… Wat ook wel vermoedelijk meespeelde was het feit dat de andere genomineerde films vrij onbekend zijn, enkel “The Alamo” met John Wayne (ook als regisseur) als Davy Crockett is nog wat bekend maar was geen success in de zalen. Het is ook onbegrijpelijk dat films zoals Spartacus of Psycho geen beste film nominatie kregen.

Ook de art direction is sterk in deze film. De eindeloze rij van bureau’s op de werkplek van Baxter zullen bij iedereen nog lang in het geheugen gegrifd zijn. Terecht werd er een oscar voor uitgereikt. Ook het appartement zelf komt helemaal niet over dat het een studio was – het lijkt een echt, ademend appartement en dat is heel straf voor een film waarin veel scenes zich daarin afspelen. Nooit krijgen we in deze film het gevoel dat het een verfilmd toneelstuk zou zijn. En ik weet niet waarom, maar ik denk dat de film in kleur minder zou zijn overgekomen dan in zwart-wit. Soms heeft het toch wel echt iets…
Ook over het script kunnen we enkel lovende woorden uitspreken. Dit werd geschreven door Wilder zelf en zijn vaste co-scenarist. Elke scene in de film heeft een doel, ik kan me niet inbeelden dat er iets zou in weggeknipt kunnen worden – dat ondanks de speelduur van twee uur. Er zitten ook zinnen in waarover duidelijk nagedacht is en die je telkens weer een glimlach op het gezicht doen toveren. En dan heb ik niet over de “wise” zinspelingen die op zich al ongelooflijk goed gevonden zijn.
De film is, terwijk ik dit schrijf, 55 jaar oud. Is daar iets van te merken? Wel, het is in zwart-wit, en misschien dat de eindscene waarin Maclaine wegloopt van MacMurray en naar het appartement rent, er qua bijhorende muziek “iets over” is, maar de filmmuziek was nu eenmaal in die tijd zo. Merk ook op dat Lemmon en MacLaine mekaar niet kussen op het einde van de film, maar een kaartspelletje gaan spelen! Dat moet toch ook baanbrekend geweest zijn voor toen – ik had een kus en een THE END verwacht, wat teleurstellend maar begrijpelijk voor toen geweest zou zijn. Nee, de film heeft ondanks zijn ouderdom echt niets verloren van frisheid dat het toen moet gebracht hebben. Moest je de film nog nooit gezien hebben, zeker doen! (*****)

J.D. Sheldrake: Ya know, you see a girl a couple of times a week, just for laughs, and right away they think you’re gonna divorce your wife. Now I ask you, is that fair?
aC.C. Baxter: No, sir, it’s very unfair… Especially to your wife.