Dodge city (1939)

Dodge City is de eerste western van Errol Flynn. Hij had er zelf zijn twijfels over : hij was gewoon van de held te zijn met een hoop acrobatie en met zwaarden (piraten, Robin Hood, Don Juan, etc…). Het was echter een schot in de roos : de film was een groot succes, en er was een premiere en opening buiten in het echte Dodge City die naar het schijnt meer volk op de been bracht dan voor eender welke opening van de film. Als je de beelden er van ziet, lijkt dat inderdaad gigantisch te zijn geweest. Maar is de film ook de moeite waard?

Het is een film waarbij alles wat je verwacht in een western bijna aan bod komt : een trein, een gevecht in de saloon, kuddes koeien die op hol slaan (stampede), een vrouw die hem in eerste instantie niet wil,  een sidekick die moet gered worden door onze held, die dan ook nog eens na aandringen sheriff wordt om het stadje op te kuisen. Het is echter allemaal wat flets, om het met de ogen van nu te zien… of om het anders te zeggen: heeft toch de dag des tijds niet zo goed doorstaan. Het verhaal is nogal simpel, Flynn is gewoon te braaf.  Zijn tegenspeler, gespeeld door Bruce Cabott, maakt voor mij een veel betere, natuurlijke indruk. Flynn is gewoon te afgeborsteld.
Er zit heel wat humor in de film, maar ik herinner me dat ik maar één keer echt heb gelachen door iets wat Flynn zei. Er zit echter wel wat bijna slapstick in, vooral in het zeer lange saloongevecht. Op zich wel knap gedaan, maar het is vooral heel veel volk waarbij iedereen met iedereen vecht en er af en toe iemand apart wordt uitgenomen en gevolgd. Heel de saloon gaat er wel aan. De grootste fout die men hier maakte denk ik, is dat Flynn niet deelnam aan dat gevecht. Zijn oudere sidekick Rusty wel. Hij gaat ook met heel wat screentime lopen. Zo hebben we de scene bij het dameskransje, die redelijk lang duurt. Maar eigenlijk vond ik die nog wel best grappig, voornamelijk hoe bang hij wordt op een bepaald moment. Maar het neemt je wel wat uit waar het verhaal echt om draait, en daar had men beter wat meer tijd aan besteed.

Olivia de Havilland speelt de liefdeintresse van Flynn. Ze maakten vrij veel films samen, ook in “The adventures of Robin Hood”, waarin Rusty uit deze film (Alan Hale) trouwens ook Little John speelde. Olivia speelt Abbie, een vrouw die mee begeleid wordt in het konvooi dat Flynn begeleid, samen met een veekudde. Haar broer is ecther een vrij zotte persoon, die graag met pistolen schiet en zo de stampede veroorzaakt van de kudde. Flynn moet hem neerschieten, uit zelfverdediging en natuurlijk wil Abbie niets meer van hem weten daarna. Op het einde van de film echter, is het vergeten en vergeven. Wat ik miste dan was een gesprek waarin dit overtuigend uitgepraat wordt. Ze proberen het wel maar dat komt er niet overtuigend uit. Voor de rest heeft Olivia slechts een kleine rol, en eigenlijk vond ik Ann Sheridan (in een nog kleinere rol als bargirl) veel overtuigender.

Op een moment denk je  “nu gaat het beginnen”, als Flynn zijn opdracht als sheriff aanvaardt na het overlijden van het jongetje – één van de betere scenes, ook al wordt de redding door Flynn versneld afgespeeld. Maar nee, wat dat volgt zijn een paar heel flauwe scenes waarin Flynn oa een ophanging tegen houdt door hands up te zeggen waarbij iedereen braaf mee naar de cel gaat. Echt super ongeloofwaardig. Het gevecht op de trein op het einde maakt wat goed maar echt heel memorabele scenes heb ik niet gezien in deze film, en dat is een beetje jammer. Zoals eerder gezegd is het lang saloongevecht wel redelijk bekend.

Opvallend wel is hoe mooi de kleuren zijn en dat de decors echt wel opvallen, om van 1939 t zijn. De film werd opgenomen in Technicolor en het was maar één van de twee films die zo uitkwamen, omdat het toen nog heel duur was. Het is bijna de enige western in kleur van voor 1940. Dus alhoewel Flynn zelf zijn twijfels had, had Warner Bros toch het nodige vertrouwen in blijkbaar, maar het was ook de regisseur Curtiz die er mee wou experimenteren. Het was hun grootste succes van dat jaar. Maar jammer genoeg, in 2024, toch net iets te gedateerd. (**)

Tex Baird: Hey, Wade! You ain’t gonna keep me in here, are you?
Wade Hatton: I’m sorry, Tex, you read that notice the same as anyone else. Three days in there won’t do you a bit of harm.
Tex Baird: Ah, but you can’t do this to me after all we have been through together. We fought the war together, built a railroad together. We ate, drank, slept, lived and died together.
Wade Hatton: And now we’re going to be in jail together. You in there and me out here.

Top Hat (1935)

Top Hat moet zowat de bekendste musical film zijn met Fred Astaire en Ginger Rogers. Er zitten twee liedjes in die nu, 85 jaar later, iedereen kent maar die toen wel degelijk voor het eerst ooit gezongen werden, en dan nog door Fred Astaire. Het gaat hier natuurlijk om “Cheek to cheek”, en “Isn’t It A Lovely Day”. De muziek van Irving Berlin is in elk geval top. De film kreeg ook een oscarnominatie voor Beste film.
Ik had nog nooit een film met hen gezien. Ik moet toegeven dat de chemie tussen hen er wel degelijk is, vooral dankzij Ginger vind ik dan toch. Ze dansen heel knap, en mijn favoriet is dan toch wel “isn’t it a lovely” omdat hij daar haar nog moet verleiden om mee te dansen. Het komt heel dicht bij perfectie hoe ze met elkaar dansen en eigenlijk op die manier converseren met elkaar. Wetende ook dat de takes vrij lang zijn, moeten ze daar toch heel hard op geoefend hebben, maar ofwel kunnen ze het goed faken, maar ze hebben er zichtbaar genot van om met elkaar te dansen. Fred Astaire is zeker een goede danser, maar voor mij persoonlijk blijft Gene Kelly mijn favoriet. Al moet ik toegeven dat ik nu nog maar één film bekeken heb, maar daar ga ik zeker nog iets aan doen.
Ook “Top hat, white tie, black tail” is zo’n liedje dat je wel kent, als je het hoort, maar niet door de titel. Het is het bekendst denk ik doordat Astaire daar danst met een stok en dus als derde tapgeluid. Hij is daar duidelijk een meester in, en het gebruik als geweer op het einde is zeker een goede vondst dat goed uit de verf komt.
Cheek to cheek is dan weer bekend omwille van de veren die Ginger droeg (naar eigen design). Er moesten veel takes genomen worden voordat er eentje was waar je de veren niet in het rond zag vliegen en het hinderde hem ook in het dansen. Blijkbaar moet Astaire toen zijn geduld verloren hebben, al spraken ze er achteraf wel lachend over, zoals dat hij “feathers” zong ipv “heaven” in dat liedje.
De film is natuurlijk niet alleen zingen en dansen. Het verhaal op zich is iets voorspelbaar en is enkel een zaak van verwisseling van identiteit. Ginger denkt dat Astaire al getrouwd is met haar beste vriendin, wat, als je het zo schrijft, bijna als onmogelijk wordt beschouwd. Hoe kan dat nu dat ze de man van haar beste vriendin nog nooit gezien zou hebben. Vreemd genoeg kom je daar niet op tijdens het bekijken van die film, en ga je gewillig mee in dit zot verhaal. Pas op het einde komt alles uit maar dan is Ginger al getrouwd met een irriterende Italiaan (verschikkelijke overacting waar italianen toen al niet blij mee waren). Hij spreekt dikwijls over zichzelf in de derde persoon, en komt wat homo achtig over. Hij zet zelfs op een bepaald moment dat er geen vrouw meer zal zijn die zijn jurken nog mogen dragen. Gelukkig blijkt die trouw niet echt te zijn geweest en loopt alles goed af voor Astaire en Rogers.
De dialogen zijn echter fris en er zijn echt wel goede oneliners, voor die tijd. Zo vond ik Helen Broderick als Madge heel grappig als ze over haar man zo neerbuigend doet. Ze maakt zich helemaal geen zorgen, zelfs als Ginger zegt dat haar man een scheve schaats rijdt. Haar man, gespeeld door Edward Everett Horton, is een meester in de double take. En dan heb je nog de butler, die mij ook wel kon bekeren en over zichzelf altijd spreekt als “we”.
En dan de decors… denk niet dat er hotels zijn met zulke grote kamers in witte art nouveau stijl en soms heb je wel het gevoel dat het een podium is van een toneelstuk. Gelukkig heeft Mark Sandrich, de regisseur, genoeg ervaring om het toch uit andere hoeken soms te filmen en de overgangen van scenes door associatie zijn meestal goed geslaagd. Er wordt ook af en toe gepoogd om de studio’s te verlaten (het vliegtuig en de rit met de koets, het paardrijden van Ginger…). Waar ze bal wel helemaal mee misslaan is om Venetie na te bouwen in de Studio. Het ziet er eerder uit als een Disney attractie waar je zo in bootjes moet gaan zitten. Het is echter wel groots, en het blijft een musical, dus realistisch moet het niet echt zijn.
Wat mij wel wat stoorde is het grote ballet (carnival)op het einde, dat niet echt op zijn plaats is en ons ook zo uit het verhaal haalt. Astaire haatte dit ook en het was dan ook de laatste film waar dit nog in voor kwam. Het is bedoeld om de grootte van de set te laten zien. Het liedje dat er bij hoorde, The piccolino, is ook niet echt het beste wat het qua muziek te bieden heeft. Het is Ginger’s enige lied, maar de manier waarop Fred er naast zit en doet alsof hij zich amuseert, doet bij mij de tenen krullen. Hij doet zijn best, maar er hangt toch een “let’s get it over with” sfeertje rond.
Maar tegen dan is de film eigenlijk al voorbij zijn hoogtepunt, en dat is dan ook het enige minpuntje dat ik kan bedenken voor deze film, die nog beter wordt als je hem een tweede keer bekijkt. Top hat, top film. (****)

Madge: What’s the matter? Did he flirt with you?
Dale:He sent me a room full of flowers.
Madge :Well, that was sweet of him.
Dale : But Madge, you don’t understand, he… He chased me in the park.
Madge : Really? I didn’t know Horace was capable of that much activity. Did he catch you?
Dale : Yes
Madge : Good for Horace!

The lady vanishes (1938)

The-Lady-Vanishes-poster

 

Waarom bekeken? Hitchcock, of course.

Korte inhoud ?  Een vrouw verdwijnt uit een trein maar er is slechts één persoon die haar herinnert. (Een geniaal plot voor die tijd!)

Wat vond filmkijker er van?

The lady vanishes is de voorlaatste Britse film die Alfred Hitchcock maakte. Hij maakte nog Jamaica Inn hierna, maar dat was meer een opdrachtfilm waar hij niet echt zijn ziel in stak. Deze film kan de laatste Britse echte Hitchock genoemd worden. Hierna verhuisde hij naar Hollywood.
Hoewel zijn voorgaande drie films niet echt een succes was, was deze film dat wel.
Het is dan ook de film waarin we zijn stempel “the master of suspence” voor de eerste keer echt voluit zien gaan.
Er wordt echter eerst de tijd (bijna een half uur) genomen om de karakters te leren kennen terwijl ze moeten overnachten in een hotel. Dit duurt naar huidige normen misschien net iets te lang en hier is het voorla de komedie die het voorspel neemt. Maar zodra de reizigers op de trein vertrekken, gaat het verhaal ook letterlijk als een sneltrein vooruit. Het basisgegeven is simpel (en we zien ook direct waar Flightplan zijn mosterd haalde). Iris Henderson maakt op de trein kennis met Mrs Troy. Als ze dan even in slaap valt, blijkt niemand nog haar te kennen. Dit is niet alleen een complot maar ook door toevalligheden. Twee britten doen alsof ze ze niet gezien hebben omdat ze bang zijn dat de trein vertraging gaat oplopen en ze hun cricket wedstrijd zullen missen. (De twee
mannen waren zo populair in hun rol dat ze samen nog een aantal keer dezelfde personages speelden in andere films, beginnend met Night train to Munich uit 1940.) Een ander overspelig koppel wil niet in de publiciteit komen van een onderzoek en ontkent ook ze gezien te hebben. Samen met Gilbert gaat ze samen verder op onderzoek uit. Dan duikt er ook nog een andere dame op die beweert de dame te zijn waar Iris het over heeft, maar ze heet niet Miss Troy. Nochtans herkent de dame van het overspelige koppel ze, zogezegd.
Zo gaat de intrige maar door en de filmis daar zeer sterk in – we vragen ons allemaal af hoe de vork juist in de steel zit. Het samenspel tussen hen beide is amusant en doet ons wat denken aan het koppel in The 39 steps. Net als in die film kunnen ze elkaar in het begin niet uitstaan, maar worden ze toch vrienden (en meer) naarmate de film vordert. De dialogen zijn (zelfs nu nog, 80 jaar later) spitsvondig en soms ook grappig.
Hitchcock kan daarmee opnieuw de juiste combinatie van suspense en humor brengen. En men mag ook zeggen dat de casting zo goed als perfect is. Beide (Margaret Lockwood en Michael Redgrave) werden later heel bekende acteurs, al zouden geen van beide nog meedoen met een Hitchcock film.
Er zit ook een stuntscene in waarbij Gilbert langs de buitenkant van de trein naar de andere coupe kruipt, net als er een andere trein in de andere richting voorbij komt. Zoiets hebben wij ondertussen al wel eerder gezien,  maar het ziet er zelfsnu nog tamelijk echt uit en moet in de jaren dertig echt een scene geweest zijn waar iedereen over sprak.
Hun wagon wordt uiteindelijk aan een andere trein gekoppeld zodat ze een ander niet nader genoemd land  binnenrijden. Miss Troy blijkt een spionne te zijn, en het laatste kwartier is het een vuurwapen gevecht tussen een vreemde politieeenheid en de passagiers. Het staat een beetje in contrast met de restvan de film, maar het is onderhoudend en men moest natuurlijk wel met een verklaring komen. Het
juiste waarom wordt niet volledig uit de doeken gedaan (enkel dat ze een boodschap bij had voor de britse regering, in de vorm van een muziekdeuntje). Wat het bericht juist betekende wordt niet verteld en heeft eigenlijk ook geen belang. Het is Hitchcock’s MacGuffin voor deze film.
Hitchcock zelf is trouwens even te zien in het Victoria treinstation op het einde van de film. Hij wandelt voorbij in een zwarte jas en rookt een sigaret.
Een paar zaken zijn me wel onduidelijk. Mrs Troy schrijft haar naam op een aangedampte of vuile raam. Als Iris echt begint te twijfelen aan haar eigen verhaal (omdat ze ook iets op haar hoofd heeft  gekregen even voordat ze de trein opstapte), ziet ze plots die naam terug op het raam staan, wat haar verhaal dus bevestigt. Daarna rijden ze echter door een tunnel en is de naam daarna blijkbaar niet meer te zien. Ik snap niet waarom niet… Er is ook nog een zanger die onder het hotelraam staat van Mrs Troy die vermoord wordt tijdens zijn serenade. Ik vermoed dat die man het deuntje (en dus de boodschap) aan het doorgeven was aan haar. Er wordt echter niets over gezegd in de film.
Van alle Britse films die Hitchcock maakte, is het samen met The 39 steps zijn beste werk. Het is fantastisch om te zien hoe Hitchcock zijn suspense-talent hier zijn gang liet gaan, iets wat in zijn Hollywood films natuurlijk nog meer naar boven ging komen. Je moet het natuurlijk een klein beetje in zijn tijdsgeest kunnen zien (tuurlijk zijn er bepaalde zaken sterk verouderd), maar in zijn geheel is dit nu nog, zovele jaren later, een knappe, spannende film. Bravo! (****)

 Iris Henderson: You’re the most contemptible person I’ve ever met in all my life!
Gilbert: Confidentially, I think you’re a bit of a stinker, too.

The skin game (1931)

165489120

Waarom bekeken?  Hitchcock film

Korte inhoud ?  De film draait om een vete tussen twee rivaliserende families: de Hillcrists en de Hornblowers, en een stuk land dat tussen hen inligt en geveild wordt.

Wat vond filmkijker er van?
Dit was nog maar Hitchcock’s tweede film waarin gesproken wordt. De eerste was Murder, en in die film is meer van Hitchcock te herkennen dan in deze film. Deze film is naar het schijnt ook in opdrach gemaakt en was geen keuze van Hitchcock zelf. Er zijn twee scenes waarin je de hand van de meester een beetje in te herkennen valt : tijdens het bieden op de veiling (de manier waarop het in beeld gebracht wordt maakt het spannend) en een tweede meer experimenteel effect wanneer een vrouw een man herkent die ze liever niet terug zag. Het gezicht van de man komt dan als een spook dichterbij. Voor de rest is dit een gefilmd toneelstuk (wat het ook oorspronkelijk was) en weinig boeiend qua verhaal. Twee families vechten om hetzelfde land – de ene “adel”familie (Hornblower) wil het kopen om alles te houden zoals het is, de andere familie (Hillcrist) wil het kopen om er fabrieken neer te zetten. Tijdens de veiling wint Mr Hornblower het land. Wanneer Mr Hillcrist een geheim ontdekt van de dochter van Hornblower(Chloe), gebruiken ze dit als chantage zodat Mr Hornblower het land doorverkoopt aan een lagere prijs aan Mr Hillcrist. Nu het geheim echter algemeen bekend geraakt, kan Chloe de vernedering niet aan en de film heeft geen happy end met Chloe die zelfmoord pleegt. Je kan wel zeggen dat zo’n depri einde (niemand is gelukkig met de situatie) wel heel verrassend is en gewaagd. Ik zie ze het in Hollywood niet direct doen… Dit verhaal wordt nogal houterig verteld en geacteerd : vooral Mr Hillcrist, Jill Hillcrist, Chloe Hornblower en Charles Hornblower spannen de kroon. Op een bepaald moment loopt Mr Hillcrist naar een deur die dan even later open gaat en iemand komt dan binnen. Het was duidelijk dat die acteur wist via het script dat er iemand ging binnen komen, en dus alvast maar naar die deur loopt. Chloe heeft ook altijd hoofdpijn en is verslaafd van vlugzout lijkt het wel. De enige acteur die natuurlijk overkomt is Mr Hornblower, ik was blij te zien dat hij nog een hele carriere voor de boeg had. Ook Dawker, de rentmeester van Hillcrist, is een van de betere acteurs. Ook hij heeft nog een carriere voor zich.
De kwaliteit van het beeld en het geluid is niet al te best, maar dit is gemaakt in 1931, zomaar even 85 jaar geleden! In dat opzicht vond ik het dan wel boeiend om te zien hoe de wereld er toen uit zag, met die oude auto’s en toch ook wel oude manieren en mindsets. Het geheim van Chloe is dat ze eigenlijk een prostituee is geweest, maar met die woorden wordt het niet uitgesproken. Volgens de film zorgt ze er voor dat mannen kunnen scheiden van hun vrouw. Meer in detail wordt er niet gegaan en dat vond ik best grappig.
Je moet deze film in elk geval niet zien voor Hitchcock, al was dat wel de reden waarom ik hem zag. De film duurt gelukkig niet te lang (amper 75 minuten) dus het wordt nooit vervelend. Het verhaal is echter te eenvoudig om echt te boeien; je laat het allemaal maar gebeuren want echt sympathie heb je voor geen enkel karakter. Hitchcock gebruikte deze film om te oefenen zeg maar. Drie jaar later kwam “The man who knew too much” uit en pas toen was Hitchcock’s carriere echt begonnen.
O ja, kan iemand mij vertellen wat de bedoeling is van de boom die omgehakt wordt op het einde van de film? Of is dat gewoon omdat de film ook daarmee begint ?(**)

Mr. Hornblower : All right, we’ll play what ye call a skin game, Hillcrist, without gloves on; we won’t spare each other. Ye look out for yourselves, for, begod, after this morning I mean business.

Werewolf of London (1935)

 

16922

 

Waarom bekeken?
De allereerste weerwolf film uit Hollywood. (The werewolf, uit 1913, is verloren gegaan.)

Korte inhoud?  
Dr. Wilfred Glendon wordt tijdens een expeditie in Tibet aangevallen door een geheimzinnig monster. Gelukkig overleeft hij de aanval, maar als hij weer terug is in Londen, verandert hij bij volle maan in een weerwolf en gaat hij op zoek naar een prooi. Enkel een zeldzame plant kan zijn symptomen onderdrukken.

Wat vond de filmkijker er van ?
Werewolf of London uit 1935 is minder bekend dan “The Wolf man” uit 1941, maar het is wel de eerste film over weerwolven doe een algemene release kreeg in Hollywood. De film flopte echter. Men denkt dat dit te wijten is aan het feit dat het verhaal te veel leek op “Dr Jeckyll and Mr Hyde”, maar waarschijnlijk had het ook te maken met het feit dat de makeup niet zo beestig (haha) goed was, en ook dat de man als weerwolf soms wel heel menselijk gedraagt,door bijvoorbeeld een jas en hoed te nemen voordat hij naar buiten ging. Toch moet gezegd worden dat de transformaties op zich, voor die tijd, vrij goed verfilmd zijn. De scene met de kat die op zijn veranderlijk uiterlijk reageert (en weet dat er iets niet pluis is voordat er nog maar iets verandert) heeft nog steeds het horror effect van toen en is de beste scene van heel de film. Maar we moeten wel toegeven dat de weerwolf van “The Wolf Man” er veel meer wolfachtig uit zag. Naar het schijnt wou de hoofdacteur, Henry Hull, geen uren in make-up verblijven. Men was initieel wel van zin om de make-up veel verder op te drijven. Dat is natuurlijk jammer, want bij dit soort films is dat toch wel heel belangrijk en volgens mij een van de hoofdredenen van het floppen van de film. Werewolf of London mag dan wel in de schaduw van The Wolf Man zitten, toch was het ook de inspiratie voor meerdere boeken en ook voor films zoals “An american werewolf in London”.

Henry Hull, een acteur die zelden een hoofdrol kreeg toebedeeld, is “als mens” in de film ook niet echt een aangenaam personage. Hij vindt zijn studies van de zeldzame planten belangrijker dan zijn relatie met zijn vrouw Lisa, die zit te smeken om aandacht. Als er dan een jeugdvriend op bezoek komt staan wij, als kijker, eerder aan haar kant dan aan zijn kant. Hij krijgt uiteindelijk wat hij verdient om te verliezen. Op dat punt leven we dus niet mee met hem. Als hij later dan bang is om zijn vrouw te vermoorden als weerwolf, hebben we wel een beetje met hem te doen, maar uiteindelijk staan we ook dan weer aan haar kant, want zij verdient dit niet, ook al is haar jeugdvriend wel een heel houterig persoon die ook niet sympathiek over komt. De horror in de film bij de transformaties is schokkend genoeg, het is alleen het wolf zijn op zich dat wat tegen valt.
De plot is gelukkig wel boeiend genoeg. Het feit dat hij gebeten werd door een weerwolf maar de symptomen kan onderdrukken door het sap van de zeldzame bloem die hij in zijn laboratorium heeft staan maar alleen bloeit door maanlicht, vond ik goed gevonden en bouwt de nodige spanning op. Ook Warner Oland (vooral bekend om de Jackie Chan films in de jaren dertig) acteert goed en zorgt voor een subplot die het alleen maar spannender maakt. De kwebbelende dames op de plantententoonstelling en ook later de twee oudere dames die de weerwolf een appartement laten huren, zijn er duidelijk bij gehaald om de boel wat op te vrolijken maar waren vooral irritant overkomen voor mij. Maar dat is eerder te wijten aan de ouderdom van de film, en dat is dan ook het enige dat de tand des tijds minder goed doorstaan heeft.

Er zijn nog een aantal scenes die van de pot gerukt zijn. De sterfscene waarin de wolf nog een heleboel verontschuldigingen uit aan zijn vrouw is te belachelijk voor woorden. Dat hij dan weer, dood zijnde, transformeert naar mens is wel goed, maar dat ze dan de inspecteur laten zeggen dat ze wel zullen zeggen dat hij gestorven is omdat hij zijn vrouw verdedigde, is volledig onnodig en ongeloofwaardig. Ik veronderstel dat ze medelijden met het “weerwolf” slachtoffer krijgen maar dit is natuurlijk ondenkbaar dat iemand van de politie zoiets zou doen. De laatste scene toont een vliegtuig, waar ik de link toch niet gelinkt had met het feit dat de vriend van Lisa terug aan het vliegen is naar America, maar dat zou naar het schijnt de bedoeling geweest zijn. Zelf had ik een “what the hell…” gevoel.

The Wolf Man, waarin Lon Chaney de weerwolf speelt, is zoals gezegd veel bekender en was de start van meerdere sequels. Lon Chaney speelde ook in alle andere monsterklassiekers (Frankenstein, the mummy, en Dracala) van die tijd. Het is duidelijk dat Werewolf of London daar een klein broertje van is, maar het is duidelijk de (wat valse) start geweest van dit horrorgenre, maar zeker de moeite waard om te bekijken. (***)

 (***)

Mrs. Moncaster: Are you a single gentleman, sir?
Dr. Wilfred Glendon: Singularly single, madame. More single than I ever realized that it was possible for a human being to be.

The man who knew too much (1934)

cropwm

Waarom bekeken?
Alfred Hitchcock.

Korte inhoud ? Lawrence en Jill zijn op wintersport met hun dochter. Wanneer hun vrien Louis vermoord wordt, laat hij een boodschap achter bij Lawrence. Zijn dochter wordt echter ontvoerd opdat hij tegen niemand zou zeggen wat de boodschap is.

En wat vond de filmkijker er van?

The man who knew too much, in deze originele versie, was de doorbraak voor Alfred Hitchcock in Engeland en ook het begin van zijn internationale doorbraak (die er echt kwam met The lady vanishes. Hij had al wel enkele films gemaakt, maar pas hierna kwam “The 39 steps” en “Sabotage”, die ik alle twee uitmuntend goed vind voor films van de jaren dertig te zijn. De meesterlijke trekjes van Hitchcock komen daar al duidelijk naar voren in die films. In deze film zie je het af en toe wel eens, maar het is toch duidelijk dat hij nog aan het leren is. Sommige coupages zijn echt lachwekkend (bijvoorbeeld als de vrouw flauwvalt als ze hoort dat haar dochter ontvoerd is). Het is duidelijk dat hij nog aan het experimenteren is. Een andere scene, waarbij je het pistool ziet in het theater, is dan weer wel treffend in beeld gezet. Toch is dit “experimenterend leren” net het enige dat deze film onder het niveau brengt van wat we van Hitchcock gewoon zijn later.

Eerst en vooral is er toch een nogal knullig verhaal. Een spion verbergt iets in zijn scheerborstel, en als een man het gaat ophalen, wordt zijn dochter ontvoerd opdat hij zou zwijgen. Zijn speurtocht brengt hem bij een soort van secte die van plan is om een of andere ambassadeur te doden tijdens een theatervoorstelling. Wanneer dit verijdelt wordt volgt er een gevecht tussen de bende en de politie. Het probleem is hier vooral dat ons hoofdpersonage Lawrence (Leslie Banks) in de hoofdscenes (de aanslag en de aanval) eigenlijk niets te doen heeft. Meer nog, hij lijkt zich te vervelen en er wat argeloos bij te lopen. De makers blijken te vergeten dat het leven van zijn dochter op het spel is, en ik vond de acteur dan ook mateloos irritant en niet overtuigend doorheen de film.

Het is heel duidelijk dat Peter Lorre de film redt als Abbott en volgens mij is het geen toeval dat hij op de meeste posters prijkt. Dit is zijn eerste engelse film en naar het schijnt moest hij fonetisch zijn tekst opzeggen. Je merkt er echter niets van en hij is een meesterlijke schurk – een bondschurk als het ware. Hij zal dan ook een Bondschurk spelen later , maar jammer genoeg in een vergeten versie van “Casino Royale” die gemaakt werd voor TV in de serie “Climax” in 1954. Peter Lorre speelt dan Le Chiffre. Het is jammer dat Broccoli en Satzman later nog niet eens aan hem dachten in de echte Bondfilms. Hij zou een goede Dr No of Blofeld geweest zijn. In elk geval heeft deze film me de aandacht op Peter Lorre doen vestigen en ga ik zeker nog andere films van hem opzoeken.

Edna Best doet haar best (sic) maar heeft niet veel om mee te spelen. Frank Vosper (Ramon), als een van de handlangers van Peter Lorre, maakt dat weer wel een goede indruk en we hadden waarschijnlijk nog veel meer gehoord van deze akteur, moest hij drie jaar later niet omgekomen zijn op zee (wat trouwens een verdacht overlijden was).
Hugh Wakefield speelt de vriend van Lawrence en zorgt voor een komische noot, vooral in de scene bij de tandarts. Dat is tevens ook een van de twee sterkere scenes in de film. De tweede is het gevecht in de kapel waar er lustig met stoelen naar elkaar gesmeten werd. Dit zag er heel echt uit en ik vraag me dan ook af of niemand zich bezeerd heeft. Dit is voor mij het hoogtepunt van de film. Daarna volgt de scene in het theater die, al is het goed in beeld gebracht, voor de rest wat mist aan spanning omdat niemand het echt probeert te verijdelen, als je een vrouwelijke gil niet meetelt. De aanval door de politie en het afweren van de aanval zal in 1934 heus wel spannend en nog niet gezien zijn geweest, maar tachtig jaar later schiet daar toch niet veel meer van over en hebben we dit al honderd keren beter gezien.  Het is wel gebaseerd op ware feiten, namelijk op de Sidney Street siege in London in 1911.

De film eindigt ook vrij abrubt – Lawrence krijgt een kogel te slikken (niet dat het mij op dat moment nog veel kon schelen – mijn aandacht zat volledig bij Peter Lorre) en de dochter rent naar het dak, gevolgd door Ramon. Als deze dan van het dak valt is de film een halve minuut later gedaan.

Ik ben misschien iets te streng voor deze film, en ik moetm isschien meer zijn leeftijd in gedachten houden. Maar een jaar later zou Hitchcock “The 39 steps” maken, die ik dan toch wel veel beter vind. Maar bij deze film begon zijn succes dus we mogen dankbaar zijn dat deze film er was zodat hij door het succes nog andere films kon maken die veel beter waren. En in de jaren vijftig maakte hij terecht zijn remake. Het bekijken waard voor Peter Lorre en het stoelengevecht, maar voor de rest kan je dit gerust laten liggen en naar de meer recente versie kijken. (**)