Chariots of fire (1981)

Chariots of Fire, Original Vintage Film Poster| Original Poster ...

Wat vond de filmkijker er van?

Chariots of fire. Iedereen denkt dan aan de prachtige muziek van Vangelis, en ook nog aan lopers die door het ondiepe water lopen aan de zee. Iets wat prachtig geparodieerd werd door Rowan Atkinson’s Mr. Bean op de openingsceremonie van de olympische spelen in Londen.
Ik verwachtte dan ook dat die iconisce scene aan het einde of in het midden van de film zouen komen als een soort hoogtepunt. Maar de film begint er mee! Dat vond ik toch wel een beetje spijtig, ook al wordt de scene nog eens (effectiever) herhaald op het einde. Ook viel het me op dat de melodie wel dezelfde was maar dat het precies een “eerste versie” van Vangelis was die in de film voort kwam. Ook dat was dus een beetje teleurstellend…
De film zelf dan. COF kreeg een oscar voor beste film in 1981. Ian Holm kreeg een oscarnomatie, en het was zijn recente dood die me er toe bracht om de film te bekijken. Het is, moet ik zeggen, toch maar een doorsnee film waar ik veel meer had van verwacht. Ik verwachtte eigenlijk een soort van Rocky voor sprinters. Dat is het dus wel degelijk niet. Het gaat over twee renners, die om verschillende redenen de beste willen zijn. De ene omdat hij joods is (het antisemitisme was toen al voelbaar, al moest de 2de wereldoorlog nog komen), de andere omdat hij een hevige christen is en zo zijn boodschap gemakkelijker verkocht krijgt aan de wereld. Het probleem met de film is een beetje dat er geen echte strijd is tussen hen beide; ze lopen slechts één keer tegen elkaar en dat verliest de jood. Als op de OS in Antwerpen blijkt dat ze op een zondag moeten lopen, weigert de christen omdat het dan sabbat is, en daardoor wint de jood. De christen loopt een andere race (400m) op een andere dag en wint ook. End of story! Er is dus niet echt iets spannends aan. Het is natuurlijk wel waarheidsgetrouw want het is echt gebeurd, maar er is nooit echt een conflict of iets echt boeiends te zien. Soms blijkt het wel eens nodig te zijn om filmtechnische redenen iets te veranderen. Ian Holmes is de trainer die ongewenst is op de spelen omdat hij “professioneel” is en omdat de universiteit het “amateur” zijn wil behouden (zodat het lijkt alsof zij verantwoordelijk zijn voor de overwinning) moet hij dus uit zijn hotel toekijken hoe de britse vlag omhoog gaat. Dat is zowat de beste scene van de film. Oscarwaardig? Niet echt, maar qua acteren springt hij in deze matige film er toch wel uit.
Dit is geen slechte film, ergens zit er een keigoede film in dit verhaal, maar dit is het niet. Ik heb van de andere oscargenomineerde films enkel Raiders of the lost Arc gezien, maar die alleen al is veel meer waard om te winnen. De regisseur is ook genomineerd, wat ik ook niet snap, want er zijn scenes bij die wel heel saai in beeld zijn gebracht, met als klap op de vuurpijl een scene waarin de spreker voor lange tijd niet zichtbaar is omdat er iemand voor staat. Maar misschien vonden ze de slow motions die veel in de film voorkomen, veertig jaar geleden ongelooflijk knap, terwijl het nu al iets is dat zeker niet te lang mag duren voordat het begint te irriteren. Jammer, maar niet oscarwaardig in mijn ogen. (**)

Eric Liddell: You came to see a race today. To see someone win. It happened to be me. But I want you to do more than just watch a race. I want you to take part in it. I want to compare faith to running in a race. It’s hard. It requires concentration of will, energy of soul. You experience elation when the winner breaks the tape – especially if you’ve got a bet on it. But how long does that last? You go home. Maybe your dinner’s burnt. Maybe you haven’t got a job. So who am I to say, “Believe, have faith,” in the face of life’s realities? I would like to give you something more permanent, but I can only point the way. I have no formula for winning the race. Everyone runs in her own way, or his own way. And where does the power come from, to see the race to its end? 

The color of money (1986)

Wat vond de filmkijker er van?The color of money is het vervolg op The hustler, een film die toen al 25 jaar oud was. Aanvankelijk was de bedoeling om de structuur van de film wat hetzelfde te houden als bij het originele verhaal, maar daar haar Scorcese geen zin in. Waar ze mee op de proppen kwamen was daarom een originele sequel. Er wordt wel eens gerefereerd naar wat er gebeurde in de eerste film, maar je kan dit gerust kijken zonder die eerste film gezien te hebben. Het is wel leuker als je hem gezien hebt en het personage wat kent. In het begin is het immers niet de fast Eddy die we kenden van de eerste film. Hij is er mee gestopt (deed hij ook op het einde van die film) en is eigenlijk drankhandelaar, maar als hij Vincent Lauria ziet spelen, ruikt hij als vanouds geld en wordt hij zijn mentor. Eigenlijk zijn de rollen daarmee wat omgedraaid van de eerste film waarin George C Scott zijn mentor speelde. Op net dezelfde manier wil hij eerst wat poolzalen afschuimen, om geld te verdienen, maar dan wel op zo’n manier dat het niet opvalt dat hij steengoed is… een hustle dus waabij pas bij veel geld op het spel hij voluit kan gaan.
Op het einde laat fast Eddy hem echter om allerlei redenen vallen, en uiteindelijk komen ze op het eindtoernooi, waar fast Eddy dan zelf toch ook aan gaat meedoen, tegenover elkaar te staan. Wat dan volgt is een beetje teleurstellend. Eddy wint, maar zelfs voordat Vincent het zegt, weet je al dat hij hem heeft laten winnen. We krijgen dus nooit een echte strijd tussen hen beide, en dat vind ik jammer. Meer nog, als ze dan uiteindelijk het dan toch voor echt tegen elkaar opnemen, buiten het toernooi om, eindigt de film zelfs. Het is wel fijn om Eddy “I’m back” te horen zeggen, maar toch miste ik er iets in en vond ik het einde wat tegen vallen.
Er wordt wel goed in geacteerd. Newman zit zo terug in zijn rol, zeker naar het einde toe herken je hem nog beter. Cruise was duidelijk nog heel jong en moest nog wat leren acteren. Dit is immers zijn eerste film na Top Gun, en Born on the fourth of July – in mijn ogen de eerste film waarin hij laat zien dat hij kan acteren – is nog drie jaar weg. Mastrantonio doet wat ze kan met een rol die eigenlijk niet zo goed uitgewerkt is. Vergelijk het maar eens met de rol van Piper Laurie in de originele film. De meest gedenkwaardige scene vind ik die met Forest Whitaker, en ook de scene op de trap met cruise als hij besluit er mee te kappen.
Scorcese regisseert, maar eigenlijk merk je daar niet zo veel van. Hij zei zelf ook dat het eigenlijk een film was waar hij voor ingehuurd was. Er zitten weinig shots in die gedenkwaardig zijn, maar er is ook niets dat stoorte en het verloopt allemaal vlot. Verder viel het me op dat sommige dingen de tand des tijds moeilijk hebben doorstaan, zoals de generiek , de muziek en ja, de zonnenbril van Newman. Hoe iconisch dat beeld nu ook is, het staat hem niet vind ik, en we zien zijn ogen daardoor niet voor 1/3de van de film, en dat is jammer voor zo’n acteertalent. Het verhinderde echter niet dat hij er een oscar voor kreeg. (***)

Eddie Felson: [to Vincent] I’ll change my teeth, you change your god damned diapers!

The hustler (1961)

hustler1961-3

Wat vond de filmkijker er van?

The hustler is een film over poolbiljart… neen!
The hustler is een film over oplichters, en ook over karakters, over winners en verliezers, en over de gevolgen van altijd te willen winnen. De poolbiljart is eigenlijk maar de omgeving waar het zich afspeelt. Je moet ook niets van pool kennen om van deze film te kunnen genieten. Het is echt geen sportfilm.
Paul Newman speelt “Fast Eddie”, die samen met Charlie Burns de poolzalen afloopt om geld te winnen. In de pre credits scene (iets wat nu zeer vaak voorkomt maar wat toen enkel op tv werd gedaan) zien we hoe hij doet alsof hij niet goed kan spelen, tot er geld ingezet wordt, en dan speelt hij de pannen van het dak. Maar Eddie wil meer… hij wil Minnesota Fats verslaan. Dit verliest hij de eerste keer, niet omdat die beter is, maar gewoon omwille van karakter en het overdosis zelfvertrouwen dat hij tentoon spreidt. Hij verliest bijna al zijn geld en dan leert hij Sara kennen, perfect gespeeld door Piper Laurie die er terecht een oscarnominatie voor kreeg. Jammer dat ze nooit echt doorgebroken is als superster want ze verdiende dat eigenlijk wel. Sara heeft een drankprobleem maar ze ziet dat hij ook problemen heeft en zij probeert hem te redden , dat geeft haar ook een reden om te leven. In de knappe picknick scene praten ze wel met elkaar maar ze luisteren niet : hij heeft het over één zijn met de keu, terwijl zij tegen hem zegt dat ze van hem houdt. Het is een knappe dialoog, die je pas goed doorhebt bij een tweede visie. Hij antwoordt niets terug.
Als ze hem niet kan veranderen en hij bovendien lastig gevallen wordt door George C Scott (de man die Fast Eddy wil managen), pleegt ze zelfmoord. Zijn reactie op haar dood kondigt aan wat voor een megaster Newman ging worden. In de eindscene speelt hij terug met Minnesota Fats, maar hij is een ander man. Hij doet het niet om van hem te winnen (wat hij natuurlijk wel doet) maar om duidelijk te maken aan al die “losers” waar het leven echt om draait. George C Scott geeft hem uiteindelijk gelijk, maar er hangt een prijs aan vast: hij zal zich nooit in een poolzaal meer kunnen laten zien. Hij verlaat de zaal en in de eindscene zien we dan de spelers één voor één de zaal verlaten terwijl de credits lopen (ook vernieuwend voor die tijd).
The hustler is gewoon een brilliante “vergeten” film in zwart wit (in een tijd waarin de meeste films al in kleur waren) , maar zoals het in de uitstekende documentaires op de dvd staat, herinneren de meeste mensen hem in kleur. Paul Newman brak echt door in deze periode (samen met Exodus & Hud waren de jaren zestig zijn echte beginnende topjaren). Iedereen acteert de daken van het dak met mooie belichtingen en een strakke regie. Deze moet je gewoon zien… ben benieuwd naar The color of money, die ik nog nooit gezien heb en waarin Newman dezelfde rol terug opneemt van Fast Eddie. (*****)

Sarah Packard: I love you, Eddie.
Fast Eddie: You know, someday, Sarah, you’re gonna settle down… you’re gonna marry a college professor and you’re gonna write a great book. Maybe about me. Huh? Fast Eddie Felson… hustler.
Sarah Packard: I love you.
Fast Eddie: You need the words?
Sarah Packard: Yes, I need them very much. If you ever say them I’ll never let you take them back.

 

American Flyers (1985)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarom bekeken? Costner

Wat vond filmkijker er van?

American Flyers is de film die Kevin Costner maakte net voor hij bekend werd. Het was dan ook een gelimiteerd in de zalen te zien in de US, en in Europ kwam hij zelfs nauwelijks uit. Ik denk dat er ook op deze moment geen dvd van uit is in onze regio 2; je moet het doen met een region 1 met engelse ondertiteling.
Costner deed na deze film mee in The Untouchables en pas toen ging zijn carriere echt van starT.
Het is een sportfilm, een cultfilm onder de profwielrenners naar het schijnt, geregisseerd door John Badham, die vooral bekend is van Saturday Night Fever, maar ook de regisseur is van een van mijn favoriete films The Hard Way. Costner houdt van sportfilms (kijk zijn cv maar eens na), maar dit is zijn eerste. Het is ook de eerste en volgens mij ook de enige waarin hij een snor heeft. Ze moesten het doen denk ik om hem ouder/wijzer te laten overkomen dan zijn broer, voortreffelijk gespeeld door David Grant. Ondanks andere flut-sportfilms van de jaren 80 moet ik toch zeggen dat deze best te bekijken valt. De muziek is echt zeer jaren 80 en zeer synthy met wat muzieksongs er bij die niet zouden misstaan hebben in Top Gun of een van de brat pack films. Als je je daar even over zet, is er voor de rest weinig kritiek op te geven. De koers, één keer in gang geschoten door Eddy Merx himself, wordt goed in beeld gebracht, en de twee hoofdrolspelers komen overtuigend over als wielrenners. Ook de bijrollen, zoals de moeder en Becky, zijn net goed genoeg gespeeld om niet te acterend over te komen, maar zo was dat dikwijls in de films van die tijd. Enkel de zwarte coach en zijn zoon zijn misschien iets te veel getypecast in mijn ogen. Al bij al is het allemaal redelijk realistisch en bijwijlen best spannend; enkel als de twee rijders aan de top mekaar proberen van de berg te rijden door te duwen, was het misschien iets te kolderachtig want dat zouden ze natuurlijk ten eerste nooit doen (het is echt een afgrond) en ten tweede zouden ze direct gediskwalificeerd zijn met al die camera’s er op.
Het gaat hier echter niet alleen over fietsen. Als B verhaal komen we te weten dat er in de Sommers familie een hersenkwaal zit waaraan je plots kan sterven. Als Costner zijn broer stiekem in de gym test weten we het resultaat niet. Meer ga ik er niet van vertellen, maar er zit een twist in het verhaal die je wel een beetje ziet aankomen maar toch goed bedacht is. De familiescenes zijn meestal goed geacteerd en vooral de relatie tussen Costner en zijn vriendin komt heel natuurlijk over. Ik vind echter dat David Grant en Costner ook wel een zekere chemie hebben en je gelooft direct dat het broers zijn. Becky, de vriendin die onderweg meegenomen wordt, komt ook heel naturel over (al is ze misschien iets te “beschikbaar”, zijn er zo’n vrouwen?). Jeniffer Grey (Dirty Dancing) komt ook heel even voor in de film, maar eerlijk gezegd bakt ze er niet veel van en doet ze aan overacting. Alle begin is moeilijk zeker…
Een paar zaken zijn niet zo helder in de film. We komen niet te weten wat de moeder juist misdaan heeft toen hun vader stierf, en als Costner een bloeding krijgt tijdens de race, wordt hij niet naar een ziekenhuis gebracht, maar blijft hij gewoon in het hotel. Hij fietst wel niet meer de race daarna, maar mij lijkt toch dat je met zo’n iemand naar de dokter moet. Dit was toch geen gewone bloedneus?
Op het einde, bij de finish, is er een familiereunie en komt alles weer goed. De film loopt net iets te snel af naar mijn zin, er zouden nog enkele woorden moeten gesproken worden tussen de moeder en haar zonen maar het blijft bij een omhelsing. Toch, al bij al, een film waard om te kijken : de races, al weten we wel hoe het zal uitdraaien, zijn echt goed in beeld gebracht en toch wel spannend bij momenten, maar ook de goede dialogen die meestal wel natuurlijk over komen. En hoeveel films over wielrennen zal je zien in je leven? (***)

Jerome: You sounded half-human.
Muzzin: I am half-human.

Bull Durham (1988)

MPW-36256Waarom bekeken? Costner fan

Wat vond filmkijker er van?
Bull Durham heeft in Europa nauwelijks een status, in de VS is het een heuse klassieker. Het lijkt het zoveelste sportsdrama over een man die van kleine sporter naar de schijnwerpers van de Major League zou stijgen. Dit zit er dan ook wel in beperkte mate als subplot in, maar het is eerder een komedie!
Er zit wel veel sport in de film, maar het draait helemaal niet om winnen en er is al zeker geen grote finale waarbij het publiek uit zijn bol gaat. De wedstrijden zijn wel belangrijk om de relatie tussen de verschillende personages te laten ontwikkelen.
De film bekijkt de honkbalwereld vooral met veel humor en de aanpak is met momenten zelfs sexy, aangezien seks en honkbal hier aan elkaar gekoppeld worden. (Als ik het goed gezien heb, zien we zelfs een dildo even opduiken op het moment dat ze de handboeien neemt om Robbins mee vast te binden!) Het draait allemaal om de driehoeksverhouding van Costner, Robbins en Sarandon en als er dan toch een wedstrijd in de film zit, dan is het wie Sarandon uiteindelijk voor zich gaat winnen.
De grootste aantrekkingskracht zijn dan ook de vaak erg grappige dialogen. De film was dan ook genomineerd voor beste script. Een goed voorbeeld hiervan kan je vinden in de eindquote in deze review voor een ondertussen legendarische dialoog van Costner over de dingen waar hij wel in gelooft. Er zitten dan ook weinig serieuze scenes in – met uitzondering dan een van de laatste scenes tussen Costner en Sarandon (waarmee ik de uiteindelijke winnaar verklap). Ook Tim Robbins loopt het allemaal goed af. Hij is op het einde een sterspeler die letterlijk de woorden gebruikt die Costner hem ooit vroeg om op te schrijven voor later. Heel grappig. Een van de beste oneliners (en er zijn er veel) valt wanneer Costner Robbines betrapt op de jartellehouder die hij om zich draagt voor geluk :”The rose goes in the front, big guy.”
De film heeft echt een happy end en het is dan ook een feelgoodmovie die ze enkel met succes in de jaren 80 konden maken, toen er nog geen sprake was van 9/11 of terrorisme.
De rollen zijn goed gekozen. Costner is gewoon goed en zeker in sportfilms, en het lukt Robbins aardig om jonger voor te komen dan hij in het echt was. Dat lukte trouwens Sarandon ook goed. Ten tijde van de film was ze immers al 42.
Toch moet ik toegeven dat ik er toch nog iets meer dan dit verwacht in een film. Het bleef een beetje te gewoon of misschien dat net soms niet grappig genoeg, ik weet het niet goed. Deze film heeft eigenlijk de screwball humor (dialooghumor, weinig situatiehumor) en je moet daar wel echt voor zijn.
Ik had op het einde een beetje het gevoel van “en waar ging dit nu eigenlijk over” en “wat heb ik nu eigenlijk juist gezien?” en dat is natuurlijk niet zo positief. Maar toegegeven : het is een film die du eenmaal lekker wegkijkt en de tijd vliegt voorbij, maar echt bij blijven zal hij me niet. Dat doet die andere baseball film van Costner (Field of Dreams) wel! (***)

Crash Davis: Well, I believe in the soul, the cock, the pussy, the small of a wobbman’s back, the hanging curve ball, high fiber, good scotch, that the novels of Susan Sontag are self-indulgent, overrated crap. I believe Lee Harvey Oswald acted alone. I believe there ought to be a constitutional amendment outlawing Astroturf and the designated hitter. I believe in the sweet spot, soft-core pornography, opening your presents Christmas morning rather than Christmas Eve and I believe in long, slow, deep, soft, wet kisses that last three days.

The wrestler (2008)

MPW-45046

Waarom bekeken? Voor de comeback rol van Mickey Rourke

Korte inhoud : “The Ram” moet noodgedwongen stoppen met worstelen. Kan hij zijn leven van vroeger terug opnemen?

Wat vond de filmkijker er van?
“The Ram” in The wrestler en de acteur die hem speelt, hebben best enkele overeenkomsten. Mickey Rourke was in de jaren 80 een veelbelovend acteur dankzij Rumble Fish, 9 1/2 weeks, A prayer for the dying en Angel Heart. Rourke was echter nooit gemakkelijk geweest om mee samen te werken, en hij viel uit de gratie bij iedereen. Hij bleef echter wel acteren, grotendeels in flutfilms. Hij was ooit een bokser geweest (tot 1973) en in 1991 nam hij de handschoenen terug op. Hij stopte er terug mee in 1994, nadat zijn gezicht meerdere malen moest hersteld worden (en wat hem nu het duidelijk afgeleefd gezicht geeft). Via Sin City kroop hij langzaam terug uit het dal en met The Wrestler kreeg hij zelf een oscarnominatie. Een rol in Iron Man 2 had zeker nooit aan de orde geweest zonder The Wrestler.
Ook “The Ram” blijft maar worstelen terwijl hij eigenlijk al lang op pensioen had moeten gaan. We krijgen via de film heel goed te zien dat worstelen wel degelijk acteren is (zo wordt er op voorhand bepaald wie wint en welke moves ze gaan doen). We zien zelfs hoe hij, als hij even neerligt, met een scheermesje een wonde maakt zodat er echt bloed te zien is. We zien ook dat ze mekaar wel degelijk echt pijn doen. Het is tof om dit achter de schermen te zien.
Als The Ram dan een hartaanval krijgt besluit hij om te stoppen met acteren. Hij zoekt romance bij een stripster in een bar (sterk gespeeld door Marisa Tomei), die op zijn avances wel ingaat maar achteraf pijnlijk moet toegeven dat ze niet met klanten mag uitgaan. Nog doorleefder zijn de scenes met Evan Rachel Wood, de dochter waar hij terug contact mee opneemt. Rourke gaat dan ook werken als bediende in de charceturie afdeling in een supermarkt. Het is vernederend voor hem maar hij doet het toch voor het geld, hij hoopt nooit herkend te worden. Deze scenes zijn zeer sterk en laten zien dat Rourke wel degelijk niet-actiescenes goed aan kan. Hij speelt dit zeer goed – hij heeft er niet alleen het lichaam voor , maar ook het gehijg, gepuf, de tranen en de manier waarop hij loopt. Hij heeft zich duidelijk volledig gegooid in de rol, ook in scenes die hij vroeger zelfs misschien geweigerd zou hebben omdat het niet bij zijn stoer karakter paste waar hij voor bekend was. Want laat me duidelijk wezen dat het worstelen geen hoofdscenes zijn in de film (ook al zijn ze overtuigend en begint/eindigt de film er mee). Het worstelen gaat eigenlijk meer over het worstelen met het gewone leven, als het proffesioneel worstelen niet meer kan.
De regisseur Aranofsky (vooral bekend van Black Swan die hij daarna maakte) koos voor een realistische “het leven zoals het is” stijl, waarbij hij dikwijls achter Rourke aan loopt, met de camera in de hand. De scenes die zich rond het worstelen afspelen lijken dan ook zeer geimproviseerd, maar ik weet niet of dat effectief wel zo was. Het komt in elk geval zo over, en geeft de film een grote authenticiteit. Het is net het “echt zijn” dat de film zo goed maakt, alsook de knappe acteerprestaties van de drie hoofdrolspelers in de film.
Is er dan niets op aan te merken? Toch wel… de voorspelbaarheid van de film. Kortgezegd is het iemand die een ander leven probeert op te bouwen maar op het einde dan toch maar terugkeert, teger beter weten in. Zelfs het laatste shot is zeer voorspelbaar. Dat is jammer, want daardoor verliest hij toch wel een ster in mijn kwotering. Het is in elk geval een mooie comeback voor Rourke geweest. Laten we hopen dat hij nu wel de juiste keuzes maakt in zijn films, en dat hij niet nog eens moet terugkeren naar het boksen. (***)

Necro Butcher: Are you cool with the staples?
Randy ‘The Ram’ Robinson: Staples?
Necro Butcher: Staple gun… Not so bad on the way in, except it’s a little scary, you know – you got this metal thing pressed up against you. Gonna leave some marks, have to deal with a little blood loss.

 

Nordwand (2008)

Quad

Waarom bekeken? Aangeraden door een vriend.

Korte inhoud ?
Voor één keer verwijs ik graag door naar de echte gebeurtenissen : http://en.wikipedia.org/wiki/Eiger#1936

En wat vond de filmkijker er van?

In Nordwand willen duitsers Toni en Andi de eerste zijn die lands de noordelijke kant van de Eiger de top willen bereiken. De media springt daar natuurlijk op om het arische ras te promoten, maar dat is eigenlijk bijzaak in deze film. Het gaat vooral (en gelukkig maar) over de tocht zelf. De film begint dan ook heel luchtig met Louise Fellner, die eigenlijk vooral koffie zet op een krant in Berlijn, maar die toevallig toni en Andi kent en daarom met de hoofdredacteur mag afzakken om foto’s te maken van deze gebeurtenis – vanop de grond weliswaar. Heimelijk is ze verliefd op Toni. Het eerste half uur kabbelt zo voort maar als de tocht dan begint kantelt de film helemaal en geloof je eigenlijk je ogen niet. Net daarom is de film zo onvewacht schokkend. (Mensen die de film nog niet gezien hebben – spoiler alert, lees niet verder!)
Ik kan dit niet verder bespreken zonder iets te verklappen. Wat begint als een avontuurlijke tocht, wordt onverwacht de hel. Een van de Oostenrijkers wordt gewond aan het hoofd, en na een tijd is het duidelijk dat ze moeten terugkeren voor hem. En dan wordt het alsmaar erger. Een sneeuwstorm komt op. Andi kan de Hinterstoisser Traverse niet meer doen bij zijn terugkeer, waardoor ze enkel nog recht naar beneden kunnen. Dan een lawine. En dan komt Kurt alleen te staan. En verliest hij een handschoen. En om de marteling nog erger te maken, kan hij mensen horen roepen die vanuit een tunnel halverwege de berg (een toeristische attractie) hem proberen te helpen.
Het is bijna onmenselijk om te zien, en dan besef je ineens dat er in het begin stond “waar gebeurd”. De namen zijn wel anders en hier en daar hebben ze er wel wat bij gefantaseerd, maar grotendeels is het zo gebeurd. Controleer zeker het wikipedia artikel dat ik bij de korte inhoud heb gezet – het is gewoon verbijsterend wat er gebeurd is en hoeveel pech ze hebben gehad. Ik zie Andi zo al uren proberen om die oversteek te maken – in de film duurt het maar een paar minuten. Hoe ze dit weten, daar ben ik niet 100% zeker van want uiteindelijk heeft niemand het overleefd. Ze hebben wel de lijken gevonden zodat ze wel een aantal dingen konden reconstrueren, zoals de hoofdwonde, en dat Andi het touw heeft moeten doorsnijden om Kurt te redden. Heroisch allemaal maar toch ook wel heel ontredderend.
Om niet alles te verklappen zeg ik niets over het einde, maar het tart echt alle verbeelding en dit is echt zo gebeurd. Moest dat niet zo zijn, dan zou ik het overdreven hebben gevonden. Nu kan je alleen maar denken.. “nee, dit kan nu echt niet meer”.
Ik was er dan ook behoorlijk van onder de voet, van deze film. Het is geen film om te bekijken voordat je gaat slapen want je sleept het nog wel even met je mee. Ik snap ook niet dat dit verhaal niet bekender is. Misschien komt het wel omdat het nazisme er mee gelinkt, alhoewel de twee bergbeklimmers daar eigenlijk niets van doen mee hebben, ze dreigen zelfs met ontslag uit het leger om dit te kunnen doen.
De cinematografie van deze film is een oscar waard. (Van oscars gesproken, zelfs geen nominatie voor buitenlandse film! Dat begrijp ik helemaal niet!). Ik dacht eerst dat de akteurs echt bergbeklimmers waren, zo echt lijkt het allemaal. Er zal wel met echte klimmers gewerkt zijn maar je ziet niet wanneer het de akteurs zijn en wanneer niet, en soms zal het ook wel niet echt aan de berg zelf gefilmd zijn, maar ook dit valt helemaal niet op. Moest dat wel duidelijk merkbaar zijn, zou de film natuurlijk helemaal in elkaar vallen. Kurt is trouwens ook de hoofdacteur uit de eerste wereldoorlog film “Joyeux Noel” die ik ook iedereen kan aanraden.
De acteerprestaties zijn enorm goed (ik vond Andi eigenlijk nog beter dan Kurt) en ook het meisje maakt een metamorfose van dutske tot een meid die van zich afbijt (waarbij ze ook steeds knapper wordt, iets wat dikwijls toegepast wordt en soms wat storend werkt zelfs). Het verhaal zit hier echter in de beklimming en gelukkig heeft dat deel dan ook de meeste screentime. Er wordt soms wel wat afgewisseld met de pers (iets te veel in het begin misschien) maar al snel krijgt het publiek wat hij wil : het verhaal van de klimmers.
Dit is geen Hollywoodfilm met zijn “eind goed al goed” principe. Bravo om dit zo te houden ter ere van wat er gebeurd is. Het maakt de film niet gemakkelijker maar hij blijft langer bij en dat is toch heerlijk als een film zoiets kan teweeg brengen? Je hoort het al : deze film krijgt de zeldzame vijf sterren van filmkijker! (*****)

When you’re at the bottom – Toni once told me – at the foot of the wall, and you look up, you ask yourself: How can anyone climb that? Why would anyone even want to? But hours later when you’re at the top looking down, you’ve forgotten everything. Except the one person you promised you would come back to.